Doorbloeiend Heimwee dichtbundel van Ali Şerik. Door Leo Mesman. 2013

Leo Mesman

Door: Leo Mesman (2013)

Doorbloeiend Heimwee

Ik ken Ali Şerik als een bescheiden man, maar als dichter strooit hij zonder schroom kwistig met woorden en beelden. In 1962 in Turkije geboren, kwam hij als 7-jarig zoontje van een arbeidsmigrant naar Nederland. Serik verkeert nu in de unieke positie dat hij zowel in het Nederlands als het Turks gedichten schrijft en publiceert. Hij heeft drie gedichtenbundels uitgebracht bij uitgeverij Broy in Istanboel. In april 2011 kwam bij internetuitgeverij Free Musketeers zijn laatste Nederlandstalige bundel Doorbloeiend Heimwee uit, met 38 gedichten. Ook verschenen zijn gedichten in de tweejaarlijkse verzamelbundels van de vereniging Taalpodium.

In het tijdschrift Schreef van deze vereniging (juli 2012), typeert Jaap Lemereis de gedichten in Doorbloeiend Heimwee als volgt: “Soms zijn ze heel direct en rechtlijnig, soms barok en allegorisch, soms sprookjesachtig. Ali’s gedichten zijn verhalend, maar altijd uitgesproken poëtisch en beeldrijk. Je komt daardoor in een andere sfeer en leert anders kijken naar wat om je heen of in het nieuws gebeurt. Die andere sfeer ontstaat door de beeldenrijkdom die de dichter weet op te roepen. Daar schemert een oosterse verteltrant doorheen, fascinerend anders dan de vaak al te nuchtere puur Hollandse blik. De specifieke vertel- en dichttrant doorbreekt de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid van veel beelden (…) Veel gedichten zijn maatschappijkritisch, echter zonder de poëzie los te laten. Integendeel. Maar de dichter verfraait of verdoezelt niets. Hij laat zien. De beschreven werkelijkheid wordt daardoor nog beklemmender.(…) Maar behalve maatschappijkritisch schrijft Ali Serik ook mythisch en sprookjesachtig. Het bijzondere is dat dat bij hem geen tegenstelling is. Voorwerpen en dieren spreken de mens toe. (…) Een aantal gedichten gaat over het migrant-zijn en de ontworteling die dat met zich meebrengt, maar wie goed leest kan zien dat dit (ook) verder gaat. Ali’s zoektocht leidt ook tot de vraag: ‘Wie leeft er nog meer in dit lichaam?’ Het gaat om de mens zonder huis, zonder basis, naakter dan naakt. Heimwee naar jezelf zijn, naar mens zijn.”

Ter illustratie het volgende gedicht:

NIET VOLDAAN

Ik trek eerst mijn jas uit, was tot nu toe mijzelf
dan mijn trui, hemd, sokken en mijn onderbroek
dit is niet genoeg, ik moet verder gaan
Scheer mijn grijze haren tot onder het heimwee
vragen breken open, antwoorden vallen weg
Zwijgzaam kijkt mijn moeder achterom
Scheer mijn oksels, borst, schaamhaar
zelfs mijn ballen laat ik niet onbestraft
Mijn ogen zijn donkerbruin als een tatoeage in het blonde dilemma
met mijn wijsvinger haal ik ze er één voor één uit
Ben niet tevreden, niet voldaan van het aanspoelen
luister naar mijn stem, ik speur een messcherp dialect
snij het weg met de stiletto van naaktmodellen
Nog steeds val ik uit de grazende kudde, vervloekte vreemdeling
er is een burgeroorlog tussen mijn verleden en heden
nog steeds vallen de sterren over de aardverschuiving
nog steeds trilt mijn hand in mijn schuilplaats
Mijn getinte huid verraadt mijn gehucht als een blinde vlek
langzaam doe ik mijn lichtbruine huid uit
samenschrapend alle aarzelingen, de hemel is van bloed
Loop als een slaapwandelaar in mijn eierschaal, loochenaar
van mijn eigen terreur, van mijn eigen vernedering
Nu lachen ze mij weer uit met hun blauwe ogen, met hun onbegrip
in hun blauwe glazenbol, ik de vervloekte bastaard
omdat ik weer zo anders ben, zo teder bevlekt

Wat zou het mooi zijn om Ali Şerik zelf, met zijn licht Twentse accent, zijn gedichten te horen voordragen op het podium van de volgende Utrechtse Nacht van de Poëzie in 2014, terug in de vertrouwde grote zaal van wat dan het “Muziekpaleis TivoliVredenburg” zal heten.
Maar eerst en vooral zou het mooi zijn als veel poëzieliefhebbers zijn dichtbundel zouden aanschaffen, om bijvoorbeeld ook het hilarische en toch naar de keel grijpende gedicht We kregen een geit cadeau te kunnen lezen.

“Doorbloeiend heimwee”: Zwangere gedichten van Ali Serik. Door: Jaap Lemereis 2012

Jaap Lemereis

“Doorbloeiend heimwee”: Zwangere gedichten van Ali Serik

Door: Jaap Lemereis

Wat dacht je van zinnen als:
er is een burgeroorlog tussen mijn verleden en heden
Of:
Bij de bushalte staan vijf mensen teruggedrongen
Een tijd vol conflicten regent op hen neer
Als vreemden uit andere talen wachten ze op de bus

Of wat dacht je van het gezonken schip waarop “de geschiedenis van de bemanning nog heen en weer rent” En van de dreigende sfeer in een woonkamer waarin alles klaarstaat voor een maaltijd, maar niemand aanwezig is. Er is iets gebeurd, maar wat? De dichter noteert:
Ik kan niet in details treden
Daarvoor zijn mijn gedachten niet geschikt

Die dichter is Ali Şerik, langzamerhand een bekend Taalpodiumlid. Behalve in het Turks dicht hij gelukkig ook in het Nederlands. Gelukkig, omdat dit veel krachtige en bijzondere gedichten oplevert. Daarvan zijn er 38 te vinden in zijn bundel “Doorbloeiend heimwee”, intussen alweer een jaar geleden verschenen.
Die gedichten bevatten veel meer dan alleen maar mooie zinnen en scenes. Ali schrijft stevige en zeer beeldende poëzie. Meestal gebruikt hij daarbij veel woorden. “Daar ben ik niet bang voor” heeft hij mij verteld. Met recht, want hij weet die woorden uitstekend en op een geheel eigen manier te gebruiken. Ook de lezer hoeft er niet bang voor te zijn, die wordt vanzelf meegenomen en gefascineerd.
De gedichten in “Doorbloeiend heimwee” zijn typerend voor Ali’s werk. Soms zijn ze heel direct en rechtlijnig, soms barok en allegorisch, soms sprookjesachtig. Ali’s gedichten zijn verhalend, maar altijd uitgesproken poëtisch en beeldrijk. Je komt daardoor terecht in een andere sfeer en leert anders kijken naar wat om je heen of in het nieuws gebeurt. Die andere sfeer ontstaat door de beeldenrijkdom die Ali weet op te roepen. Daar schemert een oosterse verteltrant doorheen, fascinerend anders dan de vaak al te nuchtere puur Hollandse blik.
Die specifieke vertel- en dichttrant doorbreekt de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid van veel beelden.

Vaak neemt Ali alledaagse gebeurtenissen als uitgangspunt. In “Het einde van een kat” beschrijft hij bijvoorbeeld hoe mensen zich gedragen als ze een verongelukte kat zien liggen en hoe fietsers verder fietsen “zonder het stuur van hun emoties los te laten”.
Veel van zijn gedichten zijn maatschappij-kritisch, echter zónder de poëzie los te laten. Integendeel. Maar de dichter verfraait of verdoezelt niets. Hij laat zien. De werkelijkheid de ze beschrijven wordt daardoor nog beklemmender. Een voorbeeld daarvan is “Invasie der enclave” dat beschrijft hoe Afrikanen de Spaanse enclave Melilla in Marokko bestormen, wanhopig op zoek naar een beter bestaan. Het prikkeldraad verscheurt hen. De dichter doet mee- dus ook de lezer als hij/zij daartoe bereid is:
“als een doek wappert mijn zwarte vlees
aan de scherpe afscheiding van de beschaving
……..

Ik zoek mijn recht om te leven
Met mij als El Negro, mijn tranen zijn donkerder dan mijn huid”

Ali weet te ontroeren en te confronteren tegelijkertijd. In “Wij kregen een geit cadeau” doet hij dat ook nog eens op een zeer hilarische manier. Evengoed is dit gedicht beklemmend en, naar mijn mening, een van de beste in deze bundel.

Maar behalve maatschappij-kritisch schrijft Ali Serik ook mythisch en sprookjesachtig. Het bijzondere is dat dat bij hem geen tegenstelling is. Voorwerpen en dieren spreken de mens toe. In “De reden van stilte” stelt de ik-figuur een vraag aan een blad, een tak, een stoeptegel, een druppel en een draad. Om dan uiteindelijk het antwoord te krijgen van een chagrijnige kever, op zijn vraag waarom niemand zijn deur voor hem opendoet: “je bent toch een mens”.

Tja, die mens. Daar gaat doorbloeiend heimwee volgens mij ook over, zo niet helemaal. Een aantal gedichten gaat over het migrant-zijn en de ontworteling die dat met zich meebrengt. Ali verwoordt daar rake waarnemingen en gevoelens. Zo werkt dat dus…, Maar wie goed leest kan zien dat dit (ook) verder gaat. Ali’s zoektocht leidt ook tot de vraag: “wie leeft er nog meer in dit lichaam?”. Het gaat om de mens zonder huis, zonder basis, naakter dan naakt. Heimwee naar jezelf zijn, naar mens zijn. Lees het gedicht “niet voldaan” er maar op na. De ik-figuur kleedt zich uit, niet alleen zijn kleren, maar ook al zijn haren, zijn huid, zijn stem, zelfs zijn ogen moeten eruit. Is dat om nóg anders te kijken?

Een enkel gedicht is wat al te barok naar mijn smaak. Ik raak dan door samenvoeging van woorden en bijvoeglijke naamwoorden het beeld kwijt. Jammer is ook dat de bundel net iets teveel type- en spelfouten bevat. Hetzij de dichter vergeven, het is al een kunst en verdienste in twee talen zulke poëzie te kunnen schrijven. En Ali’s gedichten zijn zo krachtig dat je er graag overheen leest omdat je gewoonweg wilt weten hoe het verder gaat. Het is wel iets om bij de redactie van een volgende bundel extra op te letten.

“Een gedicht moet zwanger zijn van iets” zei Ali mij ooit. De gedichten van Ali zijn allemaal zwanger. Van beelden, gedachten, onrust, schoonheid, weemoed en heimwee. Lees zelf maar. Ze verdienen wat mij betreft veel meer aandacht en een veel bredere verspreiding dan de kleine oplage van zijn bundel mogelijk maakt.

Zeist viert vrede: Vrede van Utrecht 300 jaar, 2013

Over de expositie

In 2013 is het 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht werd gesloten: een wereldomspannend vredesverdrag. Dit wordt een jaar lang gevierd met een groot internationaal programma vol feest, kunst en cultuur in de regio. Ook Slot Zeist doet mee!

Op 11 april van het jaar 1713 vond in de stad Utrecht een historische gebeurtenis van wereldformaat plaats, namelijk de ondertekening van de Vrede van Utrecht. Na ruim 2 eeuwen aan oorlogen tussen de Europese grootmachten, die plaatsvonden in Europa en zelfs ver daarbuiten, kwam er eindelijk rust en vrede. Tot dit moment werd vrede altijd bepaald door de uitkomst van veldslagen, maar dit was altijd van korte duur. Om een echte langdurige vrede te kunnen krijgen was het van groot belang dat er geen duidelijke verliezers waren. Om dit te realiseren kwamen afgezanten van alle betrokken landen in Utrecht bijeen. Na anderhalf jaar onderhandelen werd hier de Vrede van Utrecht ondertekend. Hier ligt de bakermat van de moderne Europese diplomatie.

Om de Vrede van Utrecht te vieren is in Slot Zeist een bijzondere expositie te zien. Er worden reproducties van historische etsen en schilderijen getoond maar ook van het ondertekende verdrag van de vrede van Utrecht. Daarnaast is werk te zien van 30 kunstenaars uit Zeist en omgeving die zich door deze historische gebeurtenis hebben laten inspireren; dit zijn Ans Arends, Marleen B. Berg, Riejanne Boeschoten, Ada Cathcart-Benting, Afke Dam, Greet van Dijk, Dick Donker, Fiona Drewes, Marly Freij, Elzelien Jansen, Wied en Diederik Heijning, Pascal Hustings, Cisca Jager, Sonia Karimi, Rina van Kilsdonk, Juliette Kleinhans, Jeanette Mennes, Erica Nussbaum, Linda Otterman, Toos van Poppel, Monique Schep, Maarten Schepers, Paula Stok, Peter Vermeulen, Willem van der Vlies, Annemarie Voets, Jeltje Waagenaar, Anneliek van Wijnen en Debby Frigge – Van Zon.

Dichters uit de regio Utrecht hebben zich laten inspireren door de kunstwerken en bij elk kunstwerk een gedicht geschreven. Dit zijn Titia Beukema, Hanneke Verbeek, Geerten van Gelder, Fred Penninga, Peter Schotman, Jaap Schoo, Angela Raanhuis, Lambertha Souman, Kees van Domselaar, Maarten Beemster, Leo Mesman, Huub van Doorn, Charlotte Lehmann, Peter Herdingh, Herman van Tongerloo, Gerard Beentjes, Catharina Boer, Shanna de Ruijter, Laura Reedijk, Juvu de Ruijter, Henjo Hekman, Ali Şerik, Jolanda Oudijk, Jaap Lemereis, Mia Wittop Koning, Marlies Souren, Andre Heijnekamp, Marianne van Asperen en Marja Hanko – van Woudenberg.

Tijdens de opening was Ali Şerik één van de vijf dichters die zijn gedicht mag voordragen voor een publiek van 380 personen.

Foto: Willem van de Vlies

Dit gedicht is geschreven door Ali Şerik naar aanleiding van de foto van Willem van de Vlies

ALLEEN JIJ ZAL MIJ HOREN BLOND MEISJE

Vannacht sluip ik stilletjes jullie huis binnen
steel het gepiep van de trap
Ik kom kijken hoe vredig jij slaapt
zonder aarzelen loop ik naar de slaapkamer van je ouders
om hun gesnurk te stelen
In de badkamer zal ik het druppelen van de kraan ontvreemden
zodat je ouders het geluid van water niet kunnen horen
als ze zich de volgende ochtend gaan wassen
Vannacht kom ik langs
in mijn ene hand een lantaarn
in de andere hand een zak waarin ik geluid kan stoppen
Ik zal alle klanken uit jullie huis stelen
die vastzitten aan het plafond, aan de tafel, op de vloer
Ik zal met de stoelen gaan schuiven
met mijn vuist tegen de ramen bonzen
de deuren dicht slaan
de deksels van de pannen gebruiken als bekkens
Al het geluid dat vrijkomt in het huis zal ik meenemen
Alleen jij zal de volgende ochtend nog alles kunnen horen
je ouders zullen noodgedwongen naar buiten rennen
wat ik achterlaat voor hen is het geschreeuw van de wanhoop
Dan zal ik zeggen:
Zo voelt het als je door oorlog
je huis en haard verlaat
hoe goed en snel je ook inpakt
het geluid van je huis kan je nooit meenemen
Maar je ouders zullen ook mij niet kunnen horen
Dan zullen wij hand in hand naar de Utrecht gaan
om alle geluid in de zak weer vrij te laten

Gedicht van Ali Şerik is opgenomen in de verzamenbundel van Vereniging Taalpodium. 2015

Gedicht van Ali Şerik is opgenomen in de verzamenbundel van Vereniging Taalpodium.

DE NAAM VAN DE ASIELZOEKER

Hij pakte een stuk karton
begon erop te tekenen met een viltstift
Eerst verschenen kleine bergen die op heuvels leken
een zon, je kon niet zien of hij onderging of opkwam
Toen verscheen een rivier aan de linkerzijde
als een slinger kwam zij van de bergen naar beneden
Aan de rechterkant tekende hij huizen
huizen met platte daken
met veel te grote deuren en ramen
zulke vredige dorpen heb ik veel gezien
Hij tekende kinderen, wel twintig kleine poppen
schapen als wandelende wolken
Ik zag een tedere glimlach op zijn lippen
mijn dorp, zei hij met trots
Hij keek er enkele minuten naar
sloot zijn ogen
Toen hij ze opende, opende verdriet haar venster
Helikopters cirkelden boven de horizon
huizen begonnen te branden
pantservoertuigen staken de rivier over
Hij tekende soldaten
ze leken op zwarte kogels met armen en voeten
Na vijftien minuten was de koffiepauze om
wij moesten aan het werk
Zo gaat het nu eenmaal in een fabriek
de tekening belandde in de kartonbak
Acht maanden heb ik met hem gewerkt, elf jaar geleden
Wat was ook alweer de naam van die jongeman
een man die nog te jong was om volwassen te worden

Project van Orkest Wilskracht, “Denkend aan Holland” .2015

Het gedicht van Ali Şerik, opdracht door het Orkest Wilskracht “Denken aan Holland”

Aan de lage landen

In de vroege ochtend zie ik je grijze licht in de tuin
licht dat in de nevel zijn ogen opent
Voor de hemel je loodgrijze wolken
aan de horizon kan ik zien hoe ze
de toppen van de populieren raken

Vanuit het westen komt de wind
die naar het zout van de zee smaakt
naar het vocht op de akkers
Ook in de zomer is je wind waterig, verkoelend
als een slok bier neem ik hem tot mij

Je licht is een belevenis
onder elke boom ligt het anders
soms romig, in zichzelf gesloten, zacht
dan weer grauw, als het door de gordijnen
mijn woonkamer binnen druppelt

Je wind geeft rust als hij waait door het hoge gras
door de bomen in de straat
voortdurend wisselt hij van kracht
Als hij waait over de polder
hoor ik hoe de zee verlangt naar dit land

Je licht is zo sterk dat het langzaam
de kleuren van het landschap onthult
zoals een vrouw zich ergens in de duinen
voor de ogen van een man
bloot geeft

Ali Şerik

“Dichterbij de Essentie” jubileum, is het gedicht van Ali Şerik opgenomen. 2016

Fotogroep de Essentie bestaat 40 jaar. Met dichters van Vereniging Taalpodium is een jubileumtentoonstelling vormgegeven waarin foto’s worden geflankeerd door een daarop geïnspireerd gedicht.

Daarnaast zal zowel fotowerk uit de begintijd van De Essentie (voorheen fotoclub Zeist-West) als recenter werk worden getoond.

De tentoonstelling ‘Dichterbij de Essentie 2’ is te zien in het Kunstenhuis Zeist, Egelinglaan 2b, 3650TC Zeist van 1 februari t/m 4 maart 2016.

Foto: Betty Bos

Dit gedicht is gemaakt door Ali Şerik op de foto van Betty Bos

OVER
DE HEUVEL

Verlaten en verdwaalde wegen, waar het gevoel
je bekruipt dat er iets ontbreekt. Bij elke stap
wil je verder over de volgende heuvel, tot er weer
een heuvel tevoorschijn komt, waarachter
de weg verdwijnt. In je brein open je een verhaal,
onder de steen van je leven.

Hoe langer je doorloopt over de knarsende
kiezelstenen, hoe zinvoller de wandeling.
Vanuit de horizon waait schoonheid
over het stugge gras naar je toe.
Tijdens zo’n wandeling in oktober
zie je hoe herfst plaats maakt voor sneeuw,
die vanaf de bergen langzaam neerdaalt,
zich uitstrekt over het nog warme landschap.

Op zulke wegen wordt je bagage een slinger,
je kind een vuurtoren en jij de boot in de nevel.
Uitkijken naar iets nieuws wordt doorkneed,
zwijgen draait zijn schroeven aan. Patrijzen vliegen
ineens in de lucht, terwijl leegte opgesloten zit.
In zo’n streek voel je dat pijn haar ogen sluit.
Alleen op zulke plaatsen staat de tijd stil,
aan je innerlijke hemel vliegen alleen kraanvogels.

Gedicht van Ali Şerik is opgenomen in de verzamenbundel van Vereniging Taalpodium. 2017

Gedicht van Ali Şerik is opgenomen in de verzamenbundel van Vereniging Taalpodium.

Als het zo ver is

De rivier stroomt waarheen hij moet
meeuwen zwemmen in de lucht
vissen vliegen over de kade
wolken drijven in de woestijn

stilte is alleen aanwezig als iemand haar waarneemt
als iemand haar laat wankelen met geluid
maar het geluid is ook de stilte
de stilte ook de storm voor het geluid

uiteindelijk blijft niets over
as wordt as
stof wordt stof
de kikkers verdwijnen in de bek van de reiger

uiteindelijk sterft de berg
gras zingt het zeemanslied
in de wolk van droogte een biddende valk
een kind tekent op de wand van de golven

niets blijft over
ook de zon zal vergaan
als het donker wordt
dan zal ik je kussen.

Stadsverlichting Deventer, Kunst met een boodschap in Museum Geert Groote Huis. Deventer. 2017

Gedicht dat geschreven is voor het project ‘Stadsverlichting”

In het jaar van de haan

Wat te doen als het licht van de avond wordt afgenomen.
Ook het licht in het huis. Er is nog stroom voldoende
in het stopcontact, maar de lamp doet het niet.
Televisie springt aan, alleen maar geluid.
Nog nooit lag een stad in het donker zo wakker.

Wat te doen als het licht van de straat
wordt afgenomen, de maan er ook niet is.
Je luistert, je hoort het gezoem van de lantarens.
Zelfs de auto’s doen het, maar geen enkele lamp brandt.
Je wilt met een kaars in je auto in het donker rijden,
zodat tegenliggers je toch kunnen zien.
Ook de kaars brandt zonder licht en de bijenwas smelt.

Wat te doen als het licht van de sterren wordt afgenomen.
Zaklampen doen het niet, telefoons zonder licht,
een beller aan de andere kant schreeuwt.
Is bij jullie de zon al op. Wat te doen
als er geen licht meer is. Geen licht,
geen licht in het donker. Je zal maar wonen
in Palmyra in het jaar van de haan.