Marten Janse over: De zachte veren van de tijd

Dankjewel, Ali Şerik, voor het prachtige epos dat je hebt geschreven: De zachte veren van de tijd. Ik weet nog steeds niet wie of wat die vogel is met gekortwiekte snavel en gekromde pootjes, maar de veren die fladderen zijn gruwelijk. Als er nog iemand is die gelooft in het goede van de mens, pak jij ‘m bij de nek en laat niet los. Ook al is je taal troostend, we zitten samen in het zelfde opblaasschuitje en gaan het verliezen van de ruime zee -vrij naar Sholeh Rezazadeh. Vanuit een alwetend vertellersperspectief, ook buiten de tijd, herschrijf je de geschiedenis. We kunnen na het lezen van jouw epos niet meer dezelfde zijn. Noot voor de redactie van de Volkskrant, @Trouw, NRC en @Algemeen Dagblad: dit boek mogen jullie niet onbesproken laten.

Recensie Cora de Vos: Bitterzoete empathie in ‘De zachte veren van de tijd’

In zijn tweede epos ‘De zachte veren van de tijd’ trekt Ali Şerik het gordijn van het theater open en is de lezer de toeschouwer van een drama. De dichter is zowel spreekstalmeester als verteller en de wereldgeschiedenis is zijn toneel. Een toneel waarop zich door de eeuwen heen talloze drama’s hebben afgespeeld en nog zullen afspelen. De dichter toont ons, naast het hoofdverhaal van de bootvluchtelingen, een aantal rampzalige voorbeelden van het lot van de vluchtende mens.

Schijnbaar moeiteloos schildert de dichter met woorden. Soms gedetailleerd als een fijnschilder: een vleermuis is een hazenlipvleermuis, een vlinder een atlasvlinder, een adelaar een gouden adelaar. Soms smijt hij de verf ruwer op het doek, maar altijd is de grondtoon bitterzoete empathie.

AliŞerik is verre van optimistisch over het lot van de mensheid, maar cynisch wordt zijn toon niet. Hijis en blijft tot op het bot begaan met de mens die in alle tijden moet vluchten voor oorlog en geweld. Hij observeert maar oordeelt niet, beschrijft de achtergronden van zowel daders als slachtoffers. Zelfs een mensensmokkelaar krijgt bij hem menselijke trekjes. Iedereen is slachtoffer van de hoop en vanaf het begin weet je als lezer dat de ingescheepte bootvluchtelingen het land van hun hoop niet zullen halen. En toch blijf je lezen tot het drama zich voltrekt.

Die spanningsboog is het sterke punt van dit epos, dat minder omvangrijk is dan zijn eerdere epos ‘Het land van weemoed’ en meer uitnodigt tot doorlezen. ‘De zachte veren van de tijd’ heeft bovendien een goed doordachte structuur: het drama van de bootvluchtelingen wordt van tijdstip tot tijdstip beschreven en de cursief geplaatste scènes uit andere theaters worden telkens ingeleid met het gedicht over de snavelloze vogel van de tijd, die niet fluit als de wind en geen ode aan het leven zingt. De vogel van de tijd vliegt vooruit, de dichter raapt de geschiedenis als zachte veren en geeft er zijn poëtische draai aan.

Er zijn niet veel dichters die zich aan een epos wagen. AliŞerikheeft met ‘De zachte veren van de tijd’ opnieuw bewezen dat hij het genre van de poëtische vertelling beheerst. Op zijn geheel eigen, bitterzoete manier, met empathie voor de lijdende mens als grondtoon.

Cora de Vos

Monika Jongerius over “De zachte veren van de tijd”

Monika Jongerius:

Lieve Ali, “De zachte veren van de tijd” is weer een wonderschoon boek dat uit je gestroomd is. Eigenlijk zweef ik zelf op de veren als ik het lees, meegevoerd met mijn adem die van vervoering vaak stokt. Mooi ook dat je het als voorstelling voor een publiek hebt gecomponeerd en met name de “Scènes uit een ander theater” ervaar ik als heel belangrijk: ze vertellen mij hoe moedig je bent en hoe je van onze mensheid geschiedenis houdt. Moedig: Je blijft ervan uitgaan dat wij mensen van onze geschiedenis kunnen leren. Lieve Ali, van harte wens ik je heel veel geboeide lezers toe! Blijf genieten van je innerlijke stroom recht uit je hart! Ik dank in mijn hart voor het mogen mee beleven van je prachtige talent! Voel je van harte omarmd van Monika.

Mijn website als dank voor jou: www.monikajoras.nl

Mail van Hans Kuyper

Deze verrassende mail kreeg ik van Hans Kuyper over Land van Weemoed. Ik ben zeer blij dat ik het mag delen.

Beste Ali,

Ondertussen rommelt de herfst alweer tussen de planken van mijn oude huis en het is driekwart jaar geleden dat je mij je epos Land van weemoed cadeau deed, in de Amsterdamse bibliotheek. Een voorjaar en zomer lang lag het boek klaar om gelezen te worden, maar steeds kwam er iets tussen of er moest eerst snel iets anders uit – kortom. Maar dit weekend, voor een paar dagen in de heuvels van Limburg, ben ik er dan voor gaan zitten. En ik heb genoten.
Vanaf het moment dat ik, als lezer, die onbarmhartig berg afdaal en in dat vergeten dorp terecht kom, word ik meegenomen door de verhalen, door het ritme van de tijd, door de onontkoombaarheid van de dingen. Alle personages worden me dierbaar, ik voel me een lid van de gezinnen, ik aai de hond. Het helpt natuurlijk dat we allebei van 1962 zijn, maar ik groei op met jouw regels. En precies als de Turkse zonen Nederland voor het eerst zien, zie ik ‘mijn eerste Turk’.
Door de wereldgeschiedenis te mengen met de ‘kleine’ verhalen (die altijd de grootste zijn) bereik je een soort vervreemding; opmerkingen over revoluties, aanslagen, maanlandingen zijn als de eerste geluiden van de radio in het afgelegen dorp. Ze breken in, ze ontregelen, ze lijken buiten de werkelijkheid te staan – want de werkelijkheid, dat is wat je om je heen kunt zien.
Mooi ook om te merken hoe je toon nauwelijks verandert als het verhaal zich van Turkije naar Nederland verplaatst. De stem verandert niet door het landschap, het landschap wel door de stem. Ik kijk na het lezen van Land van weemoed weer anders naar het land waarin ikzelf geboren werd. Dat zijn waardevolle inzichten.
Ik heb een prachtige reis mogen maken, overdag wandelend in het Zuid-Limburgse heuvelland en ’s avonds dwalend door de bergen van Oost-Turkije. Daarvoor wil ik je hartelijk danken. De volgende keer dat ik iets van jou in handen krijg, zal ik niet meer zo lang wachten met lezen!

Hartelijke groet,
Hans Kuyper

DE ZACHTE VEREN VAN DE TIJD

Persbericht

Den Haag, 2 september 2024

Vluchtelingen krijgen een poëtisch gezicht.

Op 2 september verscheen het boek ‘De zachte veren van de tijd’ van de auteur en dichter Ali Şerik bij Uitgeverij U2pi.

Over dit boek:

De zachte veren van de tijd beschrijft in een poëtisch weergegeven epos de wederwaardigheden van een groep vluchtelingen onderweg van de Turkse kust naar Griekenland. De vluchtelingen worden indringend neergezet en krijgen een persoonlijk profiel tegen de dramatische achtergrond van de moeilijke en gevaarlijke reis georganiseerd door mensensmokkelaars. Het epos beschrijft een nacht op zee in een krakkemikkige en onveilige rubberboot, wanneer de gevaren van de oversteek het grootst zijn en de hoop op de verlossende toekomst het meest fragiel. Het wel en wee van de personages wordt afgewisseld met verhalen uit de geschiedenis, over recent de Oekraïne, over langer geleden indianen in Noord-Amerika of over een slavenopstand in het klassieke Rome, verhalen die als gevallen veren van de tijd opgeraapt worden en waaruit blijkt dat vluchtelingen van alle tijden zijn. Over de auteur: Ali Şerik (1962) heeft diverse dichtbundels op zijn naam staan. In 2022 publiceerde hij zijn eerste epos bij Uitgeverij U2pi, Land van Weemoed, een poëtische vertelling over de eerste generatie Turkse gastarbeiders die huis en haard verlieten voor een nieuw leven in een nieuw land. Hier combineerde hij voor het eerst verhaal en gedicht in een poëtisch epos, iets wat hij met dit nieuwe boek wederom met verve doet. De zachte veren van de tijd, ISBN 978 94 9336 452 3, is vanaf 2 september voor 17.50 euro verkrijgbaar in de online boekenwinkel van de uitgever www.kelbo.nl en in de boekhandel in Nederland en Vlaanderen.

 

Boek recensie -Nesrin Cingöz Land van Weemoed Ali Şerik

Land van Weemoed is een epos over de geschiedenis van arbeidsmigratie uit Turkije naar Europa en belevenissen in het nieuwland van 3 generaties. Ik heb boeken gelezen over migratie, ‘gastarbeiders’ waarin vooral over mannen, geschreven wordt. Dit boek onderscheidt zich van eerdere boeken omdat dit over het leven in vertrekland ook van achterblijvers uitgebreid beschreef en ook over het leven in aankomstland en de bewoners.
Als lezer met Turkse roots, als dochter van een ‘gastarbeiders’ was voor mij veel herkenbaar in het boek. Dat maakte juist zo interessant om het boek met ongeduld uit te lezen. Ik woonde één voor één in alle hoofdstukken. Ik wandelde hand in hand met de reizigers in het boek van vertrek land naar migratieland.
Ik las het verhaal van mannen, vrouwen en kinderen voor wie ik me afgelopen decennia heb ingezet als sociaalwerker, belangenbehartiger, docent, politica.
Ik herkende vele verhalen terug uit wat ik als kind vaak had gehoord in mijn omgeving.
Verhaal van Ahmet, Ali, Haydar amca’s die begin jaren 70 uit een kleine dorpje van Anatolië zijn alle bezittingen, zelfs zijn laatste schapen heeft verkochten om hun reis te kunnen bekostigen naar Europa voor een betere toekomst voor zijn gezien.
Als kind schreef en las ik brieven voor mijn moeders analfabete vriendinnen(achtergebleven echtgenotes), voor hun mannen in Europa. Ook die verhalen in die brieven las ik terug.
Ik las het verhaal van kinderen die hun vader misschien een paar weken in een jaar zagen.
Ik las de geschiedenis van Turkije van afgelopen 60 jaar.
Ik las de armoede, verdriet, verlangen
Ik las de hoop en teleurstelling tegelijk.
Ik kwam levens tegen die ik in de boeken van Fakir Baykurt, Yaşar Kemal tegen kwam.
Tijdens het lezen moest ik vaak aan ‘Mensenlandshappen’ Van Nazım Hikmet denken..
Ik las ook verhalen van
LAND VAN WEEMOED is een treinreis door HET LAND VAN VERTREK EN HET LAND VAN AANKOMST. Zo divers als de dorpen, steden en landschappen zijn de mensen in de treinen zelf. Alle soorten reizigers kom je tegen, ouderen jongeren, kinderen, vrouwen, arbeiders, boeren soldaten, je komt ze allemaal tegen.
Ik las ook verhalen van mensen die in aankomstland, de historische gebeurtenissen Nederland met mensen die daar wonen met hun eigen struggle, zoals bewoners van Afrikaanderwijk in Rotterdam, Jan Maat, Pim Fortuin, Wilders, de kruidenier die door de komst van grote supermarkt moest stoppen met zijn winkel, de protestboer die met zijn tractor naar Malieveld reist, Jan Maat, Fortuin Wilders…. En nog veel meer.
Van een Oma begin jaren 70 met haar kleindochter naar Ankara gaat voor haar studie en confrontatie met een gelovige die van studeren van meisjes niets vindt tot een meisje van 11 die in kelder in een Nederlandse opgesloten wordt om leerplicht te omzeilen.
Een boek met 400 bladzijde vol met mensenlevens.
Het land van weemoed is het verhaal van de eerste gastarbeiders die nu langzamerhand één voor één in de laadruim van het vliegtuig hun laatste reis maken.
Het is het verhaal van achterblijvers,
het is het verhaal van hun nieuw land, Nederland met mensen die daar wonen met hun eigen struggle, zoals bewoners van Afrikaanderwijk in Rotterdam.
Het is het verhaal van het leven van ons allen HIER en DAAR
Overigens wil ik schrijver Ali Şerik complimenteren met zijn schrijfstijl.
Met zijn beeldende taalgebruik, onverwachte zinsconstructies, dansend tussen poëzie, proza en roman heeft hij een literaire kruisbestuiving gerealiseerd tussen zijn moedertaal en Nederlands. Hij vond zowel in de stijl als de inhoud, een nieuwe weg die een verrijking vormt voor de Nederlandse literatuur.

Johan Meijer met zijn cd ‘Amor Forte- Bruid van de Eem’

Johan Meijer

Johan Meijer is een Nederlands singer/songwriter die opgroeit in Frankfurt am Main en tegenwoordig woont in Amersfoort en Berlijn. Hij verzamelt sinds zijn jeugd liederen uit verschillende Europese landen, folklore en songs van liedjesmakers. Meijer treedt sinds begin jaren ’80 deels met gastmusici op in Duitsland, Polen, Nederland, Rusland en Engeland.

Johan Meijer vormt sinds midden jaren ’90 een vertalersduo met partner Diete Oudesluijs. Tot nu toe zijn 6 cd’s verschenen, waarvan 5 in het Nederlands. Een Duitstalige dubbel-cd “Europeana – Raum & Zeit” en als laatst Amor Forte – Bruid van de Eem in 2023.

KINDERPOËZIE

Bron: Meandermagazine: LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

12 mrt, 2024

Een schoolreis door het universum

In het universum kan je alle richtingen op
wie weet waar het noorden stopt?
Of waar het zuiden begint?
Waar ligt het oosten en waar het westen?
Nergens bordjes met namen van hemellichamen
Pas op: zeven zwarte gaten

Misschien bewegen alle sterren naar links
of naar rechts, naar voren of naar achteren
Zijn totale sterrenkaart is nog niet uitgetekend
Waar begint precies de Melkweg en wat is een Orionnevel?
Heb je altijd sterrenverlichting of is het soms pikdonker?
Pas op: drie giftige gaswolken

Niet alles in het universum heeft al een naam
Je kan op avonturenreis met de hele schoolklas
Je hebt alleen een astronautendiploma nodig
een ruimteschip waarin je goed kunt vertoeven
en veel bagage met buitenaardse wezens als knuffels
Pas op: bij één foutje ben je al twee lichtjaren verdwaald

© Ali Şerik
uit Dichter nr28, het heelal, Plint, 2023

Ali Şerik werd in 1962 geboren in Turkije. Hij was zeven jaar toen hij voor het eerst in Nederland kwam wonen. Zijn eerste gedichten waren in het Turks, die werden gepubliceerd in Turkstalige tijdschriften in Nederland en Turkije. Onder ander: İlke, Sesimiz, Pandora, Yeni Broy, Berfin Bahar en Güncel Sanat. Voor de Amersfoortse Courant schreef Ali Şerik tussen 2001 en 2006 columns. Uitgeverij Broy in Istanbul heeft drie gedichtenbundels van zijn hand uitgegeven. Nederlandstalige gedichten van Ali Şerik zijn opgenomen in verzamelbundels van Taalpodium Utrecht / Zeist. Voor de Nationaleboekblog heeft hij van maart 2012 tot augustus 2013 elke vrijdag een gedicht geschreven. Op dit moment schrijft hij regelmatig in de twee maandelijks blad Schreef van Taalpodium Utrecht / Zeist. Vanaf 2016 t/m/ 2020 gaf hij de Turkstalige literaire blad Kara Zambak uit.
Zijn werk is opgenomen in de verzamelbundel Heimweer naar huiswerk, uitgever: Rainbow; in de verzamelbundel Met Stip, De mooiste gedichten van het Open Podium gekozen door Jos van Hest en in DICHTER van Plint.

Recensie van Tim Donkers

Want o. Dit is mooi. Land van weemoed. Ali Şerik. Ja mooi. Het is een boeklang poëem nee het is een hybride roman nee het is schierbeekiaans proza. Het is in het oosten van Turkije. Een eeuw, de vorige, is nog niet ten einde. Een dorp, ergens in de bergen. “Hier in dit godverlaten landschap / houden de bergen waarachtig niet van mensen”, zo luidt de openingszin en die is er meteen op. Şerik maakt het dorpsleven in deze onherbergzame streken voelbaar middels Yusufkadir en zijn vrienden Mehmet, Kemal en Ahmet en hun familieleden, verwanten en dorpsgenoten (kleurrijk is bijvoorbeeld de dorpsgek Halil Amca – die later nog tot heilige wordt uitgeroepen). Het leven in het dorp is eenvoudig – meer dan het hoognodige is er niet. Şerik neemt de tijd om alles zo zorgvuldig mogelijk te schetsen in een taal die soms de vorm aan lijkt te nemen van gezangen:

“De zigeunervrouwen kunnen uit handpalmen de volmaakte toekomst / voorspellen voor twee eieren. / Zij kunnen in handpalmen vooruitblikken of je man je trouw blijft / voor twee eieren. / Zij kunnen in handpalmen je zorgen herkennen / voor twee eieren. / Zij kunnen het boze oog uitdrijven / voor twee eieren.”

en:

“Hier droogt men groente en fruit, de winter is lang.
Hier droogt men verhalen, de winter is lang.
Hier droogt men idealen, de winter is lang.
Hier droogt men vlees, tarhana, de winter is lang.
Hier droogt men loyaliteit en achterdocht
de winter is lang.
Hier droogt men hartzeer, huidhonger
de winter is lang.”

en:

“Hij heeft een transistorradio gekocht / waar hij stilletjes van droomde. / Een radio die je verbindt met de wonderbaarlijke stad / een radio die je verbindt met de uiteinden / van de provincie, een radio die je verbindt / met het fabelachtige gehele land / een radio die je verbindt / met de grenzeloze planeet. / De onmetelijke wereld wil Yusufkadir zien. / Hij heeft veel gehoord over de continenten / in Australië hebben ze kangoeroes / ze lopen op hun achterpoten / springend bewegen ze zich voort / hebben een buidel waarin hun nakomelingen opgroeien. / Raar, denkt Yusufkadir / dat God zulke dieren schept. / Je hebt in de oceaan de blauwe vinvis zo groot als drie huizen / zachtaardige dieren zijn het. / Raar, denkt Yusufkadir / dat God zulke dieren schept. / Je hebt in Afrika de witte neushoorn zo sterk als honderd man / ze worden bejaagd vanwege hun wonderen verrichtende horens. / Raar, denkt Yusufkadir / dat God zulke dieren schept. / Je hebt pinguïns die niet kunnen vliegen en leven op het ijs / leven in een wereld waarin de mens / het niet volhoudt door de kou. / Raar, denkt Yusufkadir / dat God zulke dieren schept. / Hij wil ze zien, wil naar al deze landen / maar eerst wil hij hun geluiden horen op de radio.”

Ja dit is mooi. Dit is heel mooi. Dit is poëties, melodies, ritmies, dit is beeldend, dit spreekt nee jankt nee zingt – Şerik bespeelt de taal als een viool. Onder zijn klanken ontstaat een beeld van een plek en een tijd waar het leven trager was, gericht op onmiddellijke noden – er is gemeenschapszin, er is eten, er is diepe liefde. Maar ook uithuwelijken, schande, eer, wraak, agressie, geweld, onvrijheid, bekrompenheid. Dat is er ook en Şerik poetst het niet weg.

Voor wie alles wil lezen ga naar: https://www.allesoverboekenenschrijvers.nl/ali-serik-land-van-weemoed/