Jaap Lemereis: Toekomstzoekers op weg naar een loodzwaar Europa

Twee jaar geleden schreef Ali Serik zijn bijzondere boek “Land van weemoed”. Een epos – kom daar maar eens om- over hoe de eerste generatie Turken naar Nederland kwam. Dat boek is bijzonder, door zowel de vorm als de inhoud. De inhoud, het verhaal, is veelomvattend, warm en beeldrijk. De vorm is uniek. Serik schrijf in een soort tussenvorm van poëzie en proza, met een duidelijk accent op de poëzie. Dat maakt “Land van Weemoed” bijzonder aangrijpend en veelzijdig.
Dat alles geldt ook voor zijn onlangs verschenen nieuwe boek ‘De zachte veren van de tijd’. Daarin zitten we direct in een volledig uitverkochte voorstelling. We mogen als toeschouwers voor een korte tijd kijken naar “het theater van het lot”. Zodra het licht uitgaat worden we meegenomen in een stroom van gebeurtenissen. Elk hoofdstuk heeft naast een titel een tijdsaanduiding, beginnend bij de “De radeloze omgeving, 18.21 uur”.  Van uur tot uur, soms van minuut tot minuut, volgen we een groep mensen die de Middellandse Zee oversteekt in een gammele rubberboot. Ze zijn op weg naar “het loodzware Europa” waar ze “goudgeel koren zullen zijn op de molen van de keiharde arbeidsmarkt”.  Als ze tenminste aankomen. De lezer blijft met deze groep toekomstzoekers (zoals Serik ze noemt) in spanning, tot de volgende dag, 2.57 uur.

In de tussentijd leren we een aantal van hen – inclusief de mensensmokkelaar- goed kennen, met naam, toenaam en achtergrond. Dat is iets waar Serik heel goed in is en wat aangrijpende, levensechte portretten oplevert. Daaruit spreekt een grote levenswijsheid en mensenkennis. Neem bijvoorbeeld de beschrijving van de wees Ahmet, na een prachtige typering van het getormenteerde Afghanistan. Enkele regels uit deze twee pagina’s: 
In zijn hersenen de herinneringen, kruiend als ijsschotsen
                                     kluisterend, vernederend.
Terwijl hij verscholen wacht tot de overkant naar hem toekomt
                bewegen alleen zijn sierlijke wimpers. (…)
Groeide op bij zijn oom in alle vrijgevigheid
                                                                                       die armoede te bieden heeft
De oom die hem vijf jaar later onbeschroomd verkocht als dansjongen
                                    aan een strijdheer met een strategische gave.  
Het zal duidelijk zijn dat het leven van Ahmet al even getormenteerd is als zijn land van herkomst. Maar nergens oordeelt Serik over de daden van zijn personages. Ook niet over die van de jonge Kawa, oud-IS-strijder, “verstrengeld in zijn geweten”. Elke nacht spreken zijn slachtoffers hem toe, zo wordt ons om 00.02 uur ’s nachts op heftige wijze duidelijk.  

Seriks stijl is bloemrijk, haast barok, met veel bijvoeglijke naamwoorden. Zijn verhaal staat vol boeiende en dramatische details, waardoor de hoofdpersonen je bijblijven. Het grote omvattende, én het kleine menselijke komen in zijn verhaal samen in een knap en kunstig vlechtwerk. In de toch al poëtische tekst past Serik ook nog gedichten in. Zo verbindt hij in de beschrijving van de tweeling Aafia en Abdul uit Jemen hun persoonlijke ervaringen direct met dat wat alle mensen raakt en verbindt: hun oorlogservaringen monden uit in een gedicht over wat voor iets oorlog eigenlijk is. En direct daarop leidt Aafia’s ervaring met een pasgeborene tot het gedicht ‘een ode aan het leven’. Er zit nauwelijks een pagina tussen deze beide ontroerende gedichten, die als vanzelfsprekend voortkomen uit het verhaal en er een geheel mee vormen.     

Ali Serik laat de toekomstzoekers niet alleen. Hij plaatst hen in de context van verhalen uit andere landen en tijden én van het heden, van mensen die vluchten, opgejaagd worden, voedsel zoeken, migreren. Dat is van alle tijden, ook voor de inwoners van het loodzwarte Europa.
Net als in ‘Land van weemoed’ laat Ali Serik soms even iets zien van wat de toekomst mógelijk voor deze mensen in petto heeft. “Maar dan zullen ze vele malen de juiste keuzen moeten maken”. En veel geluk hebben, zou je daar aan toe willen voegen. Zo zacht zijn de veren van de tijd niet.
Die korte vooruitblikken zet de levens van de reizigers in een bijzonder perspectief: dat van de mogelijkheden. Het einde van Seriks boek laat één van die mogelijkheden zien, op indrukwekkende wijze beschreven.  

Ali Serik eist wél wat van zijn lezers. Het inleidende hoofdstuk is wat lang, hoewel heel mooi van taal. Zijn beeldende beschrijvingen en vergelijkingen, de daarin verborgen diepere laag, dat alles vraagt om een zekere inspanning, als bij een nieuw, bijzonder gerecht, dat je zorgvuldig moet proeven. Ook de bijzondere vorm, de combinatie van poëzie en proza, brengt dat met zich mee. Verhalende poëzie of poëtisch proza, het doet er niet toe wat het nu precies is. Seriks werkt ademt de kracht van beide.  En de lezer wordt beloond met nieuw inzichten in levensechte mensen, de emoties die dat met zich meebrengt en met wat je zou kunnen noemen: de schoonheid van het wrange leven.     
Uitgeverij U2pi, 2024, prijs: €17,50

November 2024