Door: Gerard Beentjes
Kom, eerbiedwaardige gasten, neem plaats
de voorstelling is volledig uitverkocht.
Met deze twee regels nodigt de dichter Ali Şerik ons als lezers van zijn epos De zachte veren van de tijd uit om de nachtelijke reis te volgen van een groep vluchtelingen, die de Turkse kust achter zich laat op weg naar Griekenland. Het is 18:21 uur, als het licht van de dag uitdooft. Wij bevinden ons nog aan de kust, waar een moeder met hardnekkige sporen op haar rouwvolle gezicht de gele bloemen van het hoefblad in zee uitstrooit. Het is 18:26 uur, als twee oude mannen – ze hebben geen ijzer meer in het vuur – niet naar de branding gaan om haar te troosten.
In poëtische taal maakt Ali ons getuigen van het verdriet van de moeder, de onmacht van de oude mannen, de koffers met versleten verwachtingen, vol poppen en fotoalbums en kinderen, slapend op matrassen op het strand. En dan wordt het donker en zien we hoe weer een krakkemikkige boot de overtocht gaat wagen.
We gaan als vanzelfsprekend mee met de mensen die in de hoop op een betere toekomst, op een leven zonder oorlog en geweld scheep gaan. Ali tekent hen zo nauwkeurig en beeldend dat wij ons als lezers deze mensen kunnen voorstellen. Het zijn geen geïdealiseerde portretten, maar mensen van vlees en bloed. De mensensmokkelaar is geen gewetenloze schurk, maar een vreesachtig mannetje, beducht voor de gendarme, met een levenswandel vol kuilen, bedreiging, afpersing, mishandeling.
Met het verschrijden van de nachtelijke uren worden wij het verhaal van de overtocht ingezogen. Wij voelen met de mensen in de boot het stampen van de zee en het sputteren van de buitenboordmotor. Wij lezen de verhalen van de oorlog achter hun rug, wij leren hun herinneringen kennen en hun dagdromen over een mooie toekomst.
De dichter onderbreekt het verhaal van deze tocht met scenes uit een ander theater, Oekraïne, waarin een moeder huilt om haar zoon, die in de oorlog is gebleven. De dichter onderbreekt deze tocht meerdere keren met andere verhalen uit andere tijden. We gaan terug naar de slavenopstand in het Oude Rome en vluchten mee met de oorspronkelijke bewoners van Noord Amerika.
De dichter onderstreept met deze verhalen het terugkerende motto in zijn epos:
Tijd is een vogel zonder snavel
hij fluit niet als de wind, zingt geen ode
voor het leven
zijn pootjes verschrompeld onder zijn buik.
Hij vliegt altijd vooruit, zijn aankomst is onbekend.
En steeds gaat de reis verder in de nacht, waarin de dichter plots alles stilzet om ons tot denken aan te zetten met regels als deze: De fijn gecultiveerde mensheid is algoritme geworden / van zijn kunstmatige intelligentie / van zijn plunderingen, hebzucht.
Door zijn boek als theatervoorstelling te presenteren, roept de dichter het beeld op, dat wij naar bootvluchtelingen kijken zoals wij naar de televisie kijken, op veilige afstand en zonder in actie te komen.
Met het epos De zachte veren van de tijd bevestigt Ali Şerik niet alleen zijn meesterschap als dichter, maar ook zijn empathie voor zijn naasten.
Naar mijn mening is De zachte veren van de tijd een epos, een poëtische vertelling, meer dan de moeite waard om te lezen. Dat geldt ook voor zijn eerdere epos Land van Weemoed. Beide boeken zijn uitgegeven door Uitgeverij U2pi.
De zachte veren van de tijd, Ali Şerik – ISBN 9 789493 364 523
Land van weemoed, Ali Şerik – ISBN 9 789493 299 177