Anneruth Wibaut over Land van Weemoed

ik ben verliefd Ali Şerik verrukkelijk verliefd op je taal
je lyriek en je arme maar ook zo rijke en weemoedige land van herkomst
hoe je de mantel der liefde vleit over de mensen die je epos bevolken
zoals een moeder teder haar kindje toedekt tegen de kou
een boer zijn afgematte paard een deken over de rug gooit
de verliefde man de haren van de vrouw van zijn dromen
zorgzaam redt vanonder haar jas waar hij haar in heeft geholpen
en ze laat uitwaaieren over haar rug en schouders
ik ben verliefd Ali Şerik op je hoge steppe vol stenen en droog gras
moet nog uitzoeken of mijn spiegelsteppe in Georgië of Armenië ligt
met reisvrienden voor het leven reden we er doorheen in een minibusje
over een hobbelweg met de Georgiër Levan die prachtig Nederlands sprak
met een zangerigheid die aan de jouwe doet denken Ali Şerik
en die vrouwen en mannen gelijk in verrukking brengt
terwijl we daar zo reden door de steppe voorbij de vervallen stad Rustavi
slaakte Levan een kreet zo maar uit het niets kraste zijn schreeuw door de stilte
en voor we wisten wat er gebeurde dook de Georgiër het droge gras in
en was het alsof hij er in zwom met een woeste borstcrawl
hij dook op met een tegenstribbelende vogel aan zijn borst
is steenarend zei hij, jonge steenarend zonder moeder of vadervogel
de gieren vlogen al boven zijn hoofd om zijn vlees te scheuren
van zijn nog broze vogelgeraamte zodra hij zou omvallen
is jonge steenarend zei Levan en die moet ik redden
wij noemden hem Georgy en hij reisde met ons verder in een oude sporttas
bleef in de bus toen wij de scherpgepunte kam beklommen
tot we hijgend uitkeken over een onafzienbare steenvlakte
met her en der wat plukken droog gras en een magere struik
voor ons lag Azerbeidzjan en meer naar rechts zagen we Armenië
achter onze rug waren grotten waarin heilige mannen hadden gewoond
en altaren hadden gebouwd voor hun aanbeden godheid

het kan ook zijn dat ik precies aan de andere kant van de keten was
recht tegenover de berg en het dorp van jouw land van herkomst
met zoals overal in Armenië ergens in de nevels de contouren van Ararat
in een grensstadje kwamen bussen vol gesluierde vrouwen aanrijden
die het strenge Iran voor een dagje winkelen waren ontglipt
zich in dit vrije westen meteen ontsluierden en open en bloot
in korte jurkjes met gewaagde decolletés begonnen te flaneren
of toen we bij het klooster Khor Virap waren met het kleine kerkje
zo dichtbij de voet van de heilige berg als je in Armenië kunt komen
waar we bij wijze van spreken onze hand maar hoefden uit te steken
om een Turkse grenssoldaat in verlegenheid te brengen
die stram paradeerde over de grens tussen de twee landen
waar de boeren op hun met stenen bezaaide akkers in de weer waren
waar het ons niet uitmaakte of zij zich Turk noemden of Armeniër
waar wij dondersgoed wisten dat er een diepe vete heerst tussen beide volken


ja Ali Şerik ik ben verliefd en ik mag dat nog honderden bladzijden blijven
ik ben verliefd op de afwisseling in je verhaal tussen goed en slecht
hoe er mannen zijn die op vrouwen neerkijken en eigenlijk bang voor ze zijn
maar dat een andere man ze de les leest en erop wijst dat zij hun moeders zijn
en hun zusters en hoe je immers nooit niet kunt houden van je dochter
behalve als je heimelijk in angst leeft voor dat ongekende zachte vrouwelijke
dat je verleidt en je aandacht afleidt van je gedachten die je voor heilig houdt
ja Ali Şerik ik houd ervan hoe jij iedereen toont in hun goede en hun lelijke kanten
ik houd van jouw liefde voor de mensen die je grootse epos bevolken
ik houd van je hart dat zo groot is dat iedereen die je tegenkomt er in past
dat geslacht of godsdienst en huids- of politieke kleur geen verschil uitmaken
van de tranen houd ik Ali Şerik die uit mijn ogen stromen zoals jouw Rijn door Nederland
als je over je dichtende buurman dicht en over de man die Bergen Belsen overleefde
mijn tranen vloeien met die van de kleindochter van de man die de verschrikkingen doorstond
als ik hoor van het harde lot hoe ze samen door het wrede nieuwe virus overleden
maar het meest ontroerd Ali Şerik was ik al eerder omdat je een joods meisje hebt geadopteerd
en haar elk jaar sinds zij als een van de zes miljoen werd vergast haar verjaardag schenkt
omdat er niets meer is dat zij kan ontvangen behalve jouw aandachtige liefde

in jouw aandachtige liefde Ali Şerik wordt alles en iedereen de moeite waard
ook het platte land aan zee waar mijn voorouders en ik geboren werden
waar we altijd de wind voelen om ons hoofd die ons ontvankelijk maakt
ontvankelijk voor mensen van elders en helaas tegelijk ontvankelijk voor gierigheid
houden wat je hebt lijkt vlakbij houden van te liggen in ons rijke kleine land
waar we de gastarbeiders best wel ruim trakteerden op ontbijt en koffie
een slaapadres boden in grote of kleine pensions en werk voor een bescheiden loon
maar waar we ze niet meteen gastvrij onthaalden op een kop thee met vriendschap
en waar we in de loop der jaren vergeten zijn hoe een gesprek gaat
de afwisseling tussen zwijgend luisteren en luisterend spreken en aandacht voor elkaar
zodat je jezelf en de ander beter begrijpt en zelfs vriend gaat noemen
zoals de slager zich overgaf aan de gulle vriendschap van de wonderschone Sultan
in jouw zo rijke verhaal Ali Şerik over het land van weemoed dat je altijd meedraagt
in de vezels van je ziel en dat ongeveer eindigt waar mijn levensverhaal begint
bij de ademloosheid in een te krappe ruimte met te veel mensen
hoe zij vechten om de laatste resten lucht en die in jouw boek dat niet overleven
terwijl het verhaal van mijn leven begint bij een moeder die meer dood dan ademend
haar bestaan weer binnen strompelde na een etmaal in de cel die erger was dan de hel
waar het leven in de verdrukking van vierenzeventig vrouwenlijven er haast was uitgeperst

ik huil niet Ali Şerik nu ik je epos van begin tot einde heb gelezen
hoef ik niet te huilen dat het is afgelopen want het gaat door
de toekomst staat er al in klaar en in jouw woorden is zij mooi en de moeite waard