Verzamelbundel Doorbloeiend Heimwee

WIJ KREGEN EEN GEIT CADEAU

Wij kregen een geit cadeau
wat moeten wij met een geit dacht ik
een lelijk beest met een sik
om te grazen lieten wij haar in de tuin
eerst at ze het gras op, daarna de schuur, de schutting
waar is het mes, schreeuwde ik
wij moeten dat beest slachten
maak je geen zorgen zei mijn vrouw
het is maar een mager geitje
toen at het beest de voorgevel van het huis
waar is het mes, schreeuwde ik nogmaals
het is tegen de wet, zei mijn vrouw
om een geit te slachten in je huis
het dak van het huis was intussen verdwenen
wij moeten aan de wet gehoorzamen
zei mijn vrouw terwijl ze toekeek
hoe haar garderobe verdween in de bek van het monster
ik werd wanhopig, belde enkele vrienden
ook zij hadden een geit cadeau gekregen
het is ons lot zeiden de stemmen aan de andere kant
mijn hele huis was verdwenen in dat monster
nu loopt dat beest naar mijn auto
laat het beest met rust, zei mijn vrouw
wat hebben wij aan een auto
als wij geen huis meer hebben
toen liep de geit naar mijn vrouw
ze schreeuwde van angst om hulp
op de grond lag alleen nog het mes

Uit: DOORBLOEIEND HEIMWEE. Uitgever: Free Musketeers, 2011

DIE DAG

Een zwarte zangeres op het podium
met haar betoverende stem
buigt nederig voor haar publiek
het publiek, een staande ovatie
Wat een mooie foto zal dit zijn
in het album van de eeuw
maar de fotograaf van de troonzaal
heeft het te druk op het slagveld
met hartverscheurende klaagliederen van moeders
Zodoende zal er geen foto zijn van deze avond
de zangeres zal uiteindelijk sterven, het publiek
voor haar en na haar
Alleen het applaus
ook al zal het lijkbleek zijn
zal men terug kunnen vinden in de verre toekomst
als men deze dag opgraaft tussen de puinhopen

Uit: DOORBLOEIEND HEIMWEE. Uitgever: Free Musketeers, 2011

Verzamelbundel De stem die baart

Bundel is te bestellen bij: Lipari Uitgeverij https://lipari.nl/shop#!/Stem-die-baart/p/125147616/category=0

Alle
bladeren
vallen

Op het strand keek ik naar de horizon.
Ik ben niet de zee, zei de oceaan. Ik ben de woestijn,
die achterblijft als alle schepen zinken.
Oh, wat een droefheid, toen ik hoorde dat alle sterren
vogels waren van het heelal.
Alle vissen zwemmen naar de wolken.

Op een heuvel keek ik over de randen van het bos.
Ik ben niet het bos, zei het woud. Ik ben het water
dat je elke dag drinkt, je handen wast.
Oh, wat een kommer, dat een waterval huilt,
als pluimgras in de storm. Het meer is een berk
die breekt, alle bladeren vallen als neerslag,
onafgebroken vallen de kruimels van twijfel.

Ik stond in de woonkamer, keek naar mijn vrouw.
Kijk niet naar mijn handen, zei ze.
Straks zal je wakker worden,
dan ben ik niet de vrouw waar je zo van houdt.
Ik werd niet wakker. Oh, wat een ondergang,
om te zien hoe ik van deze vrouw hield.
Hoe ze naast mij ligt te huilen, voorovergebogen
over mijn dood.

Uit: De stem die baart Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Een wandeling
wacht

Niet alleen de bomen lijken op dit land,
de bloemen doen dat ook, het gras lijkt op dit land
de dakpannen niet te vergeten.

Vooral het gesprek over kinderen lijkt op dit land
hoe vrouwen gehaast fietsen, mannen mopperen
over politiek. Wat in het bijzonder op dit land lijkt
zijn de warme woonkamers. Door het raam
naar buiten kijken, thuis of in de trein.
Almaar op zoek naar iets nieuws.

Wat eveneens op dit mooie land lijkt
zijn oude mensen die graag door willen gaan,
het moeilijk vinden om te stoppen.
Bang zijn voor een vreemde, ook al komt die
van de andere kant van het land.

Ook de grachten en het water dat golft
in de wind. Maar het meest lijkt dit land op
de duinen waar een wandeling wacht
op een wandelaar.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

In het park

Hou weet ik hou oud de boom in het park is
ik blijf nu veel langer onder hem staan
om naar zijn kruin te staren, in het begin
was zijn schaduw voldoende voor mij alleen
nu kunnen al mijn vrienden eronder.

De vrouwen die komen om uit te rusten
worden elke dag mooier
ik kijk toe hoe de omgeving verandert in een woonwijk,
in steen en nog meer steen.

Hoe de evolutie alles voor mijn ogen
verandert in toekomst
mensen komen, mensen gaan
met nieuwe woorden voor eeuwigheid.

Ik luister naar de adviezen van mijn kinderen
word niet meer woedend als ergens een oorlog uitbreekt
of iemand ten onrechte wordt veroordeeld
ik ben dan alleen maar verdrietig.

Hoe ik weet dat de boom oud is
dat zie ik aan de voeten en handen van mijn geliefde
ze zijn niet meer zo sterk
maar krachtig in het troosten van een oude man.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Goodbye

Nu is het zo ver. De slaapzak is ingepakt,
de tassen staan klaar, de hond heeft een slecht
voorgevoel. Voor het laatst een omarming,
een kus op de wang. De fiets volgepakt als een muilezel,
de route uitgestippeld naar het onbekende.
Raadsmannen om raad gevraagd, de goot
van het dak schoongemaakt, hout gehakt
voor de hele winter, iedereen gebeld
die iets voor je betekende. De kamer opgeruimd,
klaar voor verhuur, medicijnen geteld,
de kaart voor de laatste keer dubbelgevouwen.
Twijfelachtige belofte gedaan dat je met zekerheid
terugkomt. Daar ga je dan, je ziet de contouren
van je vertrouwde stad, rookwolken uit schoorstenen
naar de hemel stijgen. Wolken en de hemel die uiteindelijk
de mens zullen overleven. Nu kan je nog aan alles denken,
wat je achterlaat en wat je meeneemt, alles tot nu toe.
Straks als je hongerig en koud bent, geen herberg vindt
om te overnachten, ergens verzwakt in een bos
overnacht in je tent, helemaal alleen, dan zal je wereld
eindelijk klein worden, daar zal alles je loslaten
wat je gevangen had genomen. Je zult jezelf terugvinden.
Wie weet om te sterven, op de juiste manier.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Kleine vrouwen

Ze lijken op kleine appels die hangen
aan hun takken. Kleine vrouwen hebben kleine tranen
maar hun tranen zijn diep. Kleine vrouwen
hebben kleine handen, kleine voeten
die alle last moeten verplaatsen.
Maar hun benen zijn sterk
om hun bezopen mannen naar huis te dragen.
Je weet nooit wanneer kleine vrouwen komen,
wanneer ze vertrekken uit de schoot van het leven.

Ik geef om kleine vrouwen, omdat ze sneller
bang zijn in het donker. Kleine vrouwen
zijn als vlinders, hun haren de zeewind, hun stem
de waterdruppels op de beek. Kleine vrouwen
zijn de paar zinnen van een kort gebed.
Dat je uitspreekt op het mooiste moment.

Ik geef om kleine vrouwen, als ik zie
hoe ze grote vrouwen troosten, hoe ze kinderen baren
die mettertijd als bomen om hen heen staan.
Hoe ze van een huis een nest maken.
Ik geef om kleine vrouwen
als ik zie hoe bedroefd ze kunnen zijn. Hoe verslagen,
hoe in elkaar gezakt, hoe vernederd, hoe teleurgesteld
ze kunnen worden. Hoe ze elke dag opnieuw opstaan,
elke dag sterker, ik hou van ze.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Verzamelbundel Hartslagen van de mus

ALLEEN JIJ ZAL MIJ HOREN BLOND MEISJE

Vannacht sluip ik stilletjes jullie huis binnen
steel het gepiep van de trap
Ik kom kijken hoe vredig jij slaapt
zonder aarzelen loop ik naar de slaapkamer van je ouders
om hun gesnurk te stelen
In de badkamer zal ik het druppelen van de kraan ontvreemden
zodat je ouders het geluid van water niet kunnen horen
als ze zich de volgende ochtend gaan wassen
Vannacht kom ik langs
in mijn ene hand een lantaarn
in de andere hand een zak waarin ik geluid kan stoppen
Ik zal alle klanken uit jullie huis stelen
die vastzitten aan het plafond, aan de tafel, op de vloer
Ik zal met de stoelen gaan schuiven
met mijn vuist tegen de ramen bonzen
de deuren dicht slaan
de deksels van de pannen gebruiken als bekkens
Al het geluid dat vrijkomt in het huis zal ik meenemen
Alleen jij zal de volgende ochtend nog alles kunnen horen
je ouders zullen noodgedwongen naar buiten rennen
wat ik achterlaat voor hen is het geschreeuw van de wanhoop
Dan zal ik zeggen:
Zo voelt het als je door oorlog
je huis en haard verlaat
hoe goed en snel je ook inpakt
het geluid van je huis kan je nooit meenemen
Maar je ouders zullen ook mij niet kunnen horen
Dan zullen wij hand in hand naar de vrede gaan
om alle geluid weer vrij te laten

Uit: HARTSLAGEN VAN EEN MUS. Uitgever: Free Musketeers, 2015

EEN LICHTBAL IN DE TUNNEL

De geschiedenis is geen vis die uit een net ontsnapt
of een doodvonnis op maandagmorgen
De geschiedenis heeft geen tentakels of voelsprieten
bouwt niet op versleten hersens, gebroken lansen
is geen eer naar het hiernamaals
of een roep in een kerker, geen naam in de ruimte
met de gedachte dat er ergens toch iets is
Ze volgt niet het spoor van een kever naar zijn nest
plukt geen vrucht uit zijn boom
Ze is geen sneeuwvlokje
dat een lawine veroorzaakt in de bergen
waar een koningszoon sterft
of een versteend bot dat in een donkere kelder
van een museum wacht op spieren en huid
De geschiedenis is ook geen bombardement
op het verleden, noch rechtvaardigt zij iets
Heeft niet eens een mond of een tong
geen bewustzijn, haar ogen zijn blind
zal ook niet sterven want niemand
zal voor haar een graf graven
Loopt niet weg, is geen invasie
slingert niet over bruggen en pleegt geen overspel
De geschiedenis liquideert helden niet
confirmeert niets en zal geen vijand elimineren
is geen recessie op de beurs
De geschiedenis kent geen perspectief of lotgevallen
ze gooit alleen een lichtbal in de tunnel van de toekomst

Uit: HARTSLAGEN VAN EEN MUS. Uitgever: Free Musketeers, 2015

DE NAAM VAN DE ASIELZOEKER

Hij pakte een stuk karton
begon erop te tekenen met een viltstift
Eerst verschenen kleine bergen die op heuvels leken
een zon, je kon niet zien of hij onderging of opkwam
Toen verscheen een rivier aan de linkerzijde
als een slinger kwam zij van de bergen naar beneden
Aan de rechterkant tekende hij huizen
huizen met platte daken
met veel te grote deuren en ramen
zulke vredige dorpen heb ik veel gezien
Hij tekende kinderen, wel twintig kleine poppen
schapen als wandelende wolken
Ik zag een tedere glimlach op zijn lippen
mijn dorp, zei hij met trots
Hij keek er enkele minuten naar
sloot zijn ogen
Toen hij ze opende, opende verdriet haar venster
Helikopters cirkelden boven de horizon
huizen begonnen te branden
pantservoertuigen staken de rivier over
Hij tekende soldaten
ze leken op zwarte kogels met armen en voeten
Na vijftien minuten was de koffiepauze om
wij moesten aan het werk
Zo gaat het nu eenmaal in een fabriek
de tekening belandde in de kartonbak
Acht maanden heb ik met hem gewerkt, elf jaar geleden
Wat was ook alweer de naam van die jongeman
een man die nog te jong was om volwassen te worden

Uit: HARTSLAGEN VAN EEN MUS. Uitgever: Free Musketeers, 2015

Gundermanns Lieder in Europa. 2018

Vertaling van een gedicht van Gerhard Gundermann door Danyal Nacarlı & Ali Şerik naar het Turks

Ciğer Parem

öyle üzüntülü olma ciğer parem
bugün de
verdiği sözü yine tutmadığı için
öyle üzüntülü olma ciğer parem
ömrümüz kum gibi
parmaklarımızın arasından aktığı için

tanrı çoktan zil zurna
saat on ikiye beş var
artık aldırış etmiyorum
yelkovan yürüdükçe
çarklar işledikçe
her şey mümkün

öyle üzüntülü olma ciğer parem
ömrümüz kum gibi
parmaklarımızın arasından kaydığı için
öyle üzüntülü olma ciğer parem
bizden bir iz kalmasa geriye
yarışıyoruz saate karşı

soluklanmadan koşuşturmaktayız
zıkkımlanabilmek için
korkaklar gibi labirente sıkışan
hâlâ dans edecek keyfimiz kaldıysa
hâlâ gerçekse gözyaşlarımız
her şey açık
her şey mümkün

öyle üzüntülü olma ciğer parem
bugün de
verdiği sözü
yine tutmadığı için
öyle üzüntülü olma ciğer parem
bizden bir iz kalmasa da
gel saate kıyalım

Türkçeye çeviren: DANYAL NACARLI & ALİ ŞERİK

İki kez göçmüş, İki dilli şair: Ali Şerik. Söyleşen: Atilla İpek 2008

Atilla İpek

Oda Sanat Dergisi. 01 Haz 2008
İki kez göçmüş, İki dilli şair: Ali Şerik
Söyleşen: Atilla İpek

Hollanda’ya geldiğimde devam ettiğim uyum kursunda, bize Utrecht’in Hollanda’nın ortası olduğunu öğretmişlerdi. Hollanda’nın sosyal ve coğrafi yaşamı hakkında ders veren çok sevecen (ne de olsa Brabant’lıydı) bir hocamız vardı. ‘Utrecht’e bayılırım’ derdi, ‘hele hele istasyonuna, havaalanı gibidir, canlıdır, hareketlidir’. Daha sonraları ben de hep aynı şeyleri hissettim Utrecht için.

Hafta içiydi ve iş çıkışı telaşı istasyonda hissediliyordu. Günde yüzellibin kişinin uğrak yeri olan Hollanda’nın bu en büyük istasyonunda çalışanlar, öğrenciler, turistler, gelenler, gidenler birbirleriyle yarışıyorlardı.

Netekim istasyonun üstteki büyük salonunun 15. peronu civarlarında Ali Şerik’le buluştuk.

Birlikte istasyondan çıkıp şehir merkezine doğru yürürken bir yandan da ‘Merhaba? nasılsınız’la başlayan? hızla senli benli olan sohbetimize koyulmuştuk bile.

Ali Şerik, 1962 Divriği doğumlu, ama daha genç gösteriyor. Babası 1966 yılında Hollanda’ya gelmiş ve 1969’ta Ali Şerik’i Hollanda’ya aldırmış. Altı yıl Hollanda’da kalan Ali 13 yaşındayken tekrar Türkiye’ye gönderilmiş. 1975-79 yıllarında üç yıl Sivas’ta, bir yıl da Ankara’da kalan Ali, Ankara yıllarında edebiyata ve şiire ilgi duymaya başlamış. Fakir Baykurt’un ‘Onbinlerce Kağnı’ okuduğu ilk kitaplardan. Onaltı yaşlarında gelişmeye başlayan bu edebiyat tutkusunu Aziz Nesin, Yaşar Kemal, Aleksandr Puşkinler beslemiş, gaz vermişler.

O yıllardan kendi sitesinde şöyle bahsediliyor:
1974 yaz tatilinin sonunda, bavullar tekrar yerleştirilirken, köylü komşular hediyelik peynir, tarhana, kaymak, bulgur gibi yiyeceklerle doldururken minibüslerine, öğrenir Türkiye’de kalacağını. İşte o zaman anlar tatil giysileri neden bu kadar çok olduğunu.
Başka bir köyde, halasının yanında yerleşir. Burada ne televizyon, ne musluktan akan su, nede futbol sahası vardır. İlk haftaları sevmemiş yeni yurdunu, kendisini tekrar gurbette hissetmis. Üzüntüsünü ve kederini yeni arkadaşları, güvercinler dağıtmış. Tekrar sevmeye başlamış küfürleri, geceleri ışıksız tozlu sokakları, su testilerini, traktörleri, kışın damlardan kar sıyırmasını. Sonra Ankara’ya gider dayısının yanına, orada romanla, öykülerle, hikâyelerle tanışır, şiirle tanışır.

1979 yılında Hollanda’ya ikinci göçü gerçekleşmiş Ali Şerik’in. Hem okumaya hem de çalışmaya başlayan Ali Şerik 1982 yılında okulu bırakmış ve tamamen çalışmaya başlamış.

O yıllarda ilk şiirleri Hollanda’da çıkan İlke ve Sesimiz dergilerinde yayınlanmaya başlamış.

1993 yılında ilk şiir kitabı çalışması kendi olanaklarıyla ‘yarım yamalak’ yayınlanır Ali Şerik’in. O ara Hollandaca şiirler de yazmaya başlar. Utrecht’te çıkan ‘Schrijf’ dergisinde çıkar şiirleri. 1999 yılında ilk Hollandaca şiir kitabı çıkar proje kitabı : ‘De Regenboog’. Onun ardından ikinci şiir proje kitabı gelir “Kleuren uit 2000” 2000’den Renkler.

2001 ve 2006 yılları arasında Amersfoortse Courant gazetesinde haftalık köşe yazıları yazar Ali Şerik.

2005 yılı geldiğinde ilk Türkçe şiir kitabı Broy yayınevinden çıkar: ‘Yalan Kuyusu’. Kırk küsür şiir içeren bu kitabı 2006 yılında ikinci Türçe kitap takip eder:’Sevdanın Yırtılan Yeri’. Bu kitap da Broy yayınevinden çıkar. 2007 yılında yine Broy yayınevinden üçüncü kitabı yayımlanır Ali Şerik’in. Bu kitabta 44 şiire Hollandalı Türk fotoğrafçı Gülağa Kazankaya da 44 adet birbirinden şiirsel fotoğrafıyla katkıda bulunur. Bu son kitap okuyucuyu fotoğraf ve şiirler eşliğinde duygu seline katıp sürüklüyor.

Ali Şerik’le Utrecht’in meşhur ‘eski kanallarının’ kıyısında, kalabalık bir sokakta kanala bakan bir masa bulduk ve hemen çöreklendik. Kitaplarından ve projelerinden bahsettik. Hollanda’da diğer etnik azınlıklar bol bol yazar ve kitap çıkarırken biz Türklerin neden geri kaldığından dert yandık.

Hollanda’da Türkçe yazan yazar ve şairlerin genel yakındığı bir konudan Ali Şerik de muzdarip: Yurt dışında yaşıyor olmak. Türkiye’de tanıtım ve okurla iletişim eksikliği çeken ‘gurbetçi’ yazar ve şairler Hollanda’da daha çok tanınıyorlar ama buradaki okur sayısı maalesef çok az. Derdini, sevincini, aşkını, isyanını Türkçe anlatan birinci ve ikinci kuşak belli bir sayıda yazar ve şair çıkarmışken, Hollanda edebiyatına eser kazandırmış (üçüncü kuşak) Türk yazar ve şair bir elin parmaklarını geçmiyor henüz maalesef.

Ali Şerik’le şiir sohbetimiz Hollanda’daki Türk Edebiyatının sorunları üzerinde bir dertleşmeye dönüştü. Sonra dünyanın dertlerine düştük ki meğer Ali Şerik şu an üzerinde çalıştığı şiir dosyasında da bu konular üzerinde yoğunlaşmış. Gündelik hayatın normallerine dönüşen savaşlar; artık normal karşılar olduğumuz çelişkiler, tezatlar üzerine bizleri düşünmeye ve tekrar hissetmeye yönelten şiirler yazmış Ali Şerik. Kitabın adını da ‘off the record’ fısıldadı. Şu anda kitap ve şiirler üzerinde çalışıyor ve son düzeltmeleri yapıyor. Sanıyorum en kısa zamanda yeni kitabıyla tekrar buluşacak okuruyla. Ali Şerik’le sohbetimiz su gibi akıp gitti. Kalkmalıydık. Utrecht İstasyonunun iş çıkışı kalabalığı geçmişti, şimdi daha bir tenha, daha bir hoştu.

Tekrar buluşmak üzere ayrıldık Ali Şerik’le. Lahey’e giden tren sanki beni beklermiş gibi tehir yapmış ve on dakika once kalkmış olması gerekirken bir dakika sonra kalkacakmış. Trende sakin bir yer bulup oturdum. Aklımda sohbetimizden arda kalan diyaloglarla geçti yolculuk:

Ne zaman Hollandaca yazıyorsun, ne zaman Türkçe?

Özel bir seçim yok. Değişiyor. O gün hangi dil beni daha çok beslemişse, o dilde yazabiliyorum. Duygular ve düşünceler dünyası hangi dille yüreğime, beynime ulaşıyorsa, dizelerde o dille kalemden dökülüyor.

Kendi şiirlerini bir dilden diğerine çeviriyor musun?

Hayır. Kendi şiirini çevirmek daha zor olsa gerek, tekrar yazmak gibi. Tekrar yazıldığında yeni şiir doğuyor, bir çevirmenden daha özgürsün. Ben şiirleri yazdığım dil içinde bırakıyorum.

Etkilendiğin ya da beğendiğin (Türk veya Hollandalı ) şairler kimler?

İsim vermekte zorlanıyorum. Etkilendiğim ve beğendiğim şairler ve şiirler çok. Herkes kendisine yakın olan şairi aramalı ve bulmalı, benliğine ve kalbine neden hitap ettiğini araştırmalı, bakın o zaman sevdiğiniz ve değer verdiğiniz şairler arasında mutlak benimde sevdiğim şairleri bulacaksınız. Örneğin kim sevmez Orhan Veli’yi, Nazım’ı, Can Yücel’i, Enver Gökçe’yi, Ahmet Arif’i, Ataol Behramoğlu’nu, Hasan Hüseyin’i, Gerrit Komrij’i Rutger Kopland’ı, J. Bernlef, Remco Campert’ı saymakla bitmiyor aslında.

Başlangıçta kitaplara ulaşmak, edebiyat üzerinde sohbet edebileceğin dostları bulmak kolay olmasa gerek. Hollanda’da edebiyat ihtiyacını başlangıçta nasıl karşılıyordun? Seni Hollanda’da neler besledi ve şiir ve edebiyattan kopmadın?

Bir zamanlar kitaplara Cumhuriyet Kitap Kulübü aracılığı ile kitaplara ulaştım. Şimdi tatile gittiğimde bavulumun en az yarısı kitap dolu. Ve dergiler ulaşıyor elime. Şiir tartışmalarını özlüyorum, Hollanda’da düzenlenen, azda olsa, edebiyat etkinliklerin hepsine katılama imkânım yok. Bunun için tüm boş zamanı, yorgunluk o gün bedenimi kemirip bitirmediyse, edebiyatla uğraşıyorum. Hayat beni öyle besliyor ki şiir yazmadan edemiyorum. Aslında şiir, düşünen bir insan olarak var olmamı sağlıyor. Anayoldan ayrılıp ara sokaklara girmemi teşvik etmekte.

Edebiyat dışında bir alanda çalışıyorsun. Günlük hayatında şiirin yeri ne? İş arkadaşların senin şairliğine nasıl bakıyor mesela?

Günlük hayatımda şiir beni ayakta tutan, beni yaşamaya zorlayan en önemli yaşam kaynağı. Sanki şiirle nefes alıyorum. Abartmıyorum. Düşünmeyi ve sağduyulu olmayı şiir sayesinde unutmadım. İkimiz birbirimize omuz vermiş, dolaşıyoruz bu ülkede, her zorluğa omuz verircesine. Karım gibi özlemlerime, acılarıma, kederlerime sahip çıkıyor.

Edebiyat bu gün bizim insanların hayatlarında bir ihtiyaç olarak uzaklaştı, bundan dolayı sohbet ve tartışma imkânlarını yaşadığım çevrede yakalama olasılığı sıfır denecek kadar az.

Çevremde kimse şiirlerime ilgilenmiyor, belki böylesi daha iyi.

Köşe yazılarında hangi konuları işliyordun? çevrende ve iş arkadaşlarından nasıl tepkiler alıyordun? Yazdıkların üzerinde seninle konuşmak ya da tartışmak isteyen oluyor muydu?

En güzel tepkiyi oğlumdan aldım, daha doğrusu öğretmeninden. O zaman oğlum ortaokul son sınıftaydı. Kaldığım kente genç bir delikanlı, güpegündüz çarşının merkezinde cinayet kurbanı oldu. Genç yaşta gözlerini yumdu hayata. Makalemde bu konuyu işlemiştim. Ortaokuldaki öğretmen derse başlamadan önce makaleyi okuyup, bu vahim olayı, sohbet havasında çocuklarla işlemiş.
Köşe yazılarımda genelde insanların güncel yaşamlarını ve kente yaşanan sosyal, kültürel ve siyasal çarpıklıkları işliyordum.

Hollandaca şiir kitabı hazırlıkları var mı?

Evet, fakat ne zaman biter bilmiyorum.

Ali Şerik schreef wekelijks gedichten voor de Nationaleboekenblog, Maart 2012 tot augustus 2013.

Ali Şerik schreef wekelijks gedichten voor de Nationaleboekenblog, Maart 2012 tot augustus 2013

Enkele gedichten van Ali Şerik die op de Nationaleboekenblog zijn verschenen.

Het recept voor een gedicht

Men neme als eerste een dichter
dichters zijn hiervoor uitermate geschikt
het maakt niet uit op welk land je ze kweekt
op welke berg je ze plukt
of ze watervrees hebben
bang zijn op reis te gaan
Daarna neem je een pen, potlood, krijt
zelfs een kwast met inkt is bruikbaar
men kan ook uitstekend uit de voeten
met een simpel toetsenbord
Nu houd je de dichter goed vast
schudt hem stevig heen en weer
doopt hem in de bloem van ironie en sarcasme
laat hem een schim van het heelal zien
doet een paar korrels zout op zijn ene schouder
op de andere wat kruiden van menselijke geschiedenis
Daarna zet je de dichter op een stoel
tegen de tafel aangedrukt
doe je de kamer goed op slot
niets van hem mag deze ruimte verlaten
Ga zelf naar buiten bekijk de wereld
er is zo veel te zien, zo veel moois
Keer na een paar uur terug
doe de deur open, vraag naar het gedicht
hij zal het je overhandigen
en in de ogen van de dichter
zul je je tranen zien

De verzamelaar

Ik verzamel oude onbruikbare ideeën
benieuwd hoe ze tot stand kwamen
hoe ze zich ontwikkelden tot illusies
een uitweg zochten door gebarricadeerde fronten
hoe ze zich creëerden door merg en been
als het licht in het universum, als het getal nul
als het ontstaan van het geduld

Ik sprokkel ideeën die niemand meer wil
die geen toepassing hebben in algebra
geen nut in scheikunde of filosofie
geen enkele waarden hebben voor gisteren
zeker niet voor dat morgen waar de klok naar toe loopt
deze ideeën zijn als schroeilucht na een brand
ik verzamel ze, zoals anderen dode zielen verzamelen

Zoals anderen weggespoelde sporen, verbrande heksen
verdwenen steden, verzonken boten, gestolen schilderijen zoeken
zoek ik hun tekortkomingen, kijk hoe levendig ze waren
pluis hun eenzaamheid uiteen, hun bedaardheid, hun wanhoop
de handen die ze missen, de bochel, hun dofheid vergroot ik uit
ik stop ze in de kist van mijn grootmoeder en luister
naar hun zwaarmoedige geschreeuw, naar hun tere gezang

Zo heb ik al oude onbruikbare ideeën van koningen
van keizers, landheren, bevelhebbers, managers
meestal zijn het door lichte windvlagen overbruisende oplossingen
waarin eigen belang, gekreukte en verkleumde gedachten
zich voor de spiegel uitkleden om zichzelf te bevredigen
ik heb ook oude onbruikbare ideeën van eenvoudige mannen en vrouwen
meestal dienen die om in hun ellende een uitweg te vinden die simpelweg niet bestaat

Laat de waarheid door iemand anders vertellen

Een kinderhand is gauw gevuld
Laat de dag van gisteren door iemand anders vertellen
hij is een rivier zonder oevers om zich aan vast te houden
Laat het zeggen door andere mannen en vrouwen
in steden en parken die ik niet ken
Alsof het hun geschiedenis is en niet het mijne
Laat de verhalen die naar de zee lopen
door anderen uitspreken

Wat heerlijk, het regent
ik wil er doorheen rennen
zonder dat iemand het ziet
Zodat niemand
op de gedachte komt
dat ik in de regen ren

Laat de schaduw door iemand anders meedelen
liefst door iemand die ik nooit zal ontmoeten
met verbazing zal ik op afstand naar hem luisteren
Met een brok in mijn keel, met een onhoorbare vraag
hoe barbaars dingen kunnen zijn
Ik zal de waarheid niet herkennen als mijn verleden
in een onopvallende rij
tijdens de dodenherdenking zal ik zwijgen

Doorbloeiend Heimwee dichtbundel van Ali Şerik. Door Leo Mesman. 2013

Leo Mesman

Door: Leo Mesman (2013)

Doorbloeiend Heimwee

Ik ken Ali Şerik als een bescheiden man, maar als dichter strooit hij zonder schroom kwistig met woorden en beelden. In 1962 in Turkije geboren, kwam hij als 7-jarig zoontje van een arbeidsmigrant naar Nederland. Serik verkeert nu in de unieke positie dat hij zowel in het Nederlands als het Turks gedichten schrijft en publiceert. Hij heeft drie gedichtenbundels uitgebracht bij uitgeverij Broy in Istanboel. In april 2011 kwam bij internetuitgeverij Free Musketeers zijn laatste Nederlandstalige bundel Doorbloeiend Heimwee uit, met 38 gedichten. Ook verschenen zijn gedichten in de tweejaarlijkse verzamelbundels van de vereniging Taalpodium.

In het tijdschrift Schreef van deze vereniging (juli 2012), typeert Jaap Lemereis de gedichten in Doorbloeiend Heimwee als volgt: “Soms zijn ze heel direct en rechtlijnig, soms barok en allegorisch, soms sprookjesachtig. Ali’s gedichten zijn verhalend, maar altijd uitgesproken poëtisch en beeldrijk. Je komt daardoor in een andere sfeer en leert anders kijken naar wat om je heen of in het nieuws gebeurt. Die andere sfeer ontstaat door de beeldenrijkdom die de dichter weet op te roepen. Daar schemert een oosterse verteltrant doorheen, fascinerend anders dan de vaak al te nuchtere puur Hollandse blik. De specifieke vertel- en dichttrant doorbreekt de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid van veel beelden (…) Veel gedichten zijn maatschappijkritisch, echter zonder de poëzie los te laten. Integendeel. Maar de dichter verfraait of verdoezelt niets. Hij laat zien. De beschreven werkelijkheid wordt daardoor nog beklemmender.(…) Maar behalve maatschappijkritisch schrijft Ali Serik ook mythisch en sprookjesachtig. Het bijzondere is dat dat bij hem geen tegenstelling is. Voorwerpen en dieren spreken de mens toe. (…) Een aantal gedichten gaat over het migrant-zijn en de ontworteling die dat met zich meebrengt, maar wie goed leest kan zien dat dit (ook) verder gaat. Ali’s zoektocht leidt ook tot de vraag: ‘Wie leeft er nog meer in dit lichaam?’ Het gaat om de mens zonder huis, zonder basis, naakter dan naakt. Heimwee naar jezelf zijn, naar mens zijn.”

Ter illustratie het volgende gedicht:

NIET VOLDAAN

Ik trek eerst mijn jas uit, was tot nu toe mijzelf
dan mijn trui, hemd, sokken en mijn onderbroek
dit is niet genoeg, ik moet verder gaan
Scheer mijn grijze haren tot onder het heimwee
vragen breken open, antwoorden vallen weg
Zwijgzaam kijkt mijn moeder achterom
Scheer mijn oksels, borst, schaamhaar
zelfs mijn ballen laat ik niet onbestraft
Mijn ogen zijn donkerbruin als een tatoeage in het blonde dilemma
met mijn wijsvinger haal ik ze er één voor één uit
Ben niet tevreden, niet voldaan van het aanspoelen
luister naar mijn stem, ik speur een messcherp dialect
snij het weg met de stiletto van naaktmodellen
Nog steeds val ik uit de grazende kudde, vervloekte vreemdeling
er is een burgeroorlog tussen mijn verleden en heden
nog steeds vallen de sterren over de aardverschuiving
nog steeds trilt mijn hand in mijn schuilplaats
Mijn getinte huid verraadt mijn gehucht als een blinde vlek
langzaam doe ik mijn lichtbruine huid uit
samenschrapend alle aarzelingen, de hemel is van bloed
Loop als een slaapwandelaar in mijn eierschaal, loochenaar
van mijn eigen terreur, van mijn eigen vernedering
Nu lachen ze mij weer uit met hun blauwe ogen, met hun onbegrip
in hun blauwe glazenbol, ik de vervloekte bastaard
omdat ik weer zo anders ben, zo teder bevlekt

Wat zou het mooi zijn om Ali Şerik zelf, met zijn licht Twentse accent, zijn gedichten te horen voordragen op het podium van de volgende Utrechtse Nacht van de Poëzie in 2014, terug in de vertrouwde grote zaal van wat dan het “Muziekpaleis TivoliVredenburg” zal heten.
Maar eerst en vooral zou het mooi zijn als veel poëzieliefhebbers zijn dichtbundel zouden aanschaffen, om bijvoorbeeld ook het hilarische en toch naar de keel grijpende gedicht We kregen een geit cadeau te kunnen lezen.

“Doorbloeiend heimwee”: Zwangere gedichten van Ali Serik. Door: Jaap Lemereis 2012

Jaap Lemereis

“Doorbloeiend heimwee”: Zwangere gedichten van Ali Serik

Door: Jaap Lemereis

Wat dacht je van zinnen als:
er is een burgeroorlog tussen mijn verleden en heden
Of:
Bij de bushalte staan vijf mensen teruggedrongen
Een tijd vol conflicten regent op hen neer
Als vreemden uit andere talen wachten ze op de bus

Of wat dacht je van het gezonken schip waarop “de geschiedenis van de bemanning nog heen en weer rent” En van de dreigende sfeer in een woonkamer waarin alles klaarstaat voor een maaltijd, maar niemand aanwezig is. Er is iets gebeurd, maar wat? De dichter noteert:
Ik kan niet in details treden
Daarvoor zijn mijn gedachten niet geschikt

Die dichter is Ali Şerik, langzamerhand een bekend Taalpodiumlid. Behalve in het Turks dicht hij gelukkig ook in het Nederlands. Gelukkig, omdat dit veel krachtige en bijzondere gedichten oplevert. Daarvan zijn er 38 te vinden in zijn bundel “Doorbloeiend heimwee”, intussen alweer een jaar geleden verschenen.
Die gedichten bevatten veel meer dan alleen maar mooie zinnen en scenes. Ali schrijft stevige en zeer beeldende poëzie. Meestal gebruikt hij daarbij veel woorden. “Daar ben ik niet bang voor” heeft hij mij verteld. Met recht, want hij weet die woorden uitstekend en op een geheel eigen manier te gebruiken. Ook de lezer hoeft er niet bang voor te zijn, die wordt vanzelf meegenomen en gefascineerd.
De gedichten in “Doorbloeiend heimwee” zijn typerend voor Ali’s werk. Soms zijn ze heel direct en rechtlijnig, soms barok en allegorisch, soms sprookjesachtig. Ali’s gedichten zijn verhalend, maar altijd uitgesproken poëtisch en beeldrijk. Je komt daardoor terecht in een andere sfeer en leert anders kijken naar wat om je heen of in het nieuws gebeurt. Die andere sfeer ontstaat door de beeldenrijkdom die Ali weet op te roepen. Daar schemert een oosterse verteltrant doorheen, fascinerend anders dan de vaak al te nuchtere puur Hollandse blik.
Die specifieke vertel- en dichttrant doorbreekt de ogenschijnlijke vanzelfsprekendheid van veel beelden.

Vaak neemt Ali alledaagse gebeurtenissen als uitgangspunt. In “Het einde van een kat” beschrijft hij bijvoorbeeld hoe mensen zich gedragen als ze een verongelukte kat zien liggen en hoe fietsers verder fietsen “zonder het stuur van hun emoties los te laten”.
Veel van zijn gedichten zijn maatschappij-kritisch, echter zónder de poëzie los te laten. Integendeel. Maar de dichter verfraait of verdoezelt niets. Hij laat zien. De werkelijkheid de ze beschrijven wordt daardoor nog beklemmender. Een voorbeeld daarvan is “Invasie der enclave” dat beschrijft hoe Afrikanen de Spaanse enclave Melilla in Marokko bestormen, wanhopig op zoek naar een beter bestaan. Het prikkeldraad verscheurt hen. De dichter doet mee- dus ook de lezer als hij/zij daartoe bereid is:
“als een doek wappert mijn zwarte vlees
aan de scherpe afscheiding van de beschaving
……..

Ik zoek mijn recht om te leven
Met mij als El Negro, mijn tranen zijn donkerder dan mijn huid”

Ali weet te ontroeren en te confronteren tegelijkertijd. In “Wij kregen een geit cadeau” doet hij dat ook nog eens op een zeer hilarische manier. Evengoed is dit gedicht beklemmend en, naar mijn mening, een van de beste in deze bundel.

Maar behalve maatschappij-kritisch schrijft Ali Serik ook mythisch en sprookjesachtig. Het bijzondere is dat dat bij hem geen tegenstelling is. Voorwerpen en dieren spreken de mens toe. In “De reden van stilte” stelt de ik-figuur een vraag aan een blad, een tak, een stoeptegel, een druppel en een draad. Om dan uiteindelijk het antwoord te krijgen van een chagrijnige kever, op zijn vraag waarom niemand zijn deur voor hem opendoet: “je bent toch een mens”.

Tja, die mens. Daar gaat doorbloeiend heimwee volgens mij ook over, zo niet helemaal. Een aantal gedichten gaat over het migrant-zijn en de ontworteling die dat met zich meebrengt. Ali verwoordt daar rake waarnemingen en gevoelens. Zo werkt dat dus…, Maar wie goed leest kan zien dat dit (ook) verder gaat. Ali’s zoektocht leidt ook tot de vraag: “wie leeft er nog meer in dit lichaam?”. Het gaat om de mens zonder huis, zonder basis, naakter dan naakt. Heimwee naar jezelf zijn, naar mens zijn. Lees het gedicht “niet voldaan” er maar op na. De ik-figuur kleedt zich uit, niet alleen zijn kleren, maar ook al zijn haren, zijn huid, zijn stem, zelfs zijn ogen moeten eruit. Is dat om nóg anders te kijken?

Een enkel gedicht is wat al te barok naar mijn smaak. Ik raak dan door samenvoeging van woorden en bijvoeglijke naamwoorden het beeld kwijt. Jammer is ook dat de bundel net iets teveel type- en spelfouten bevat. Hetzij de dichter vergeven, het is al een kunst en verdienste in twee talen zulke poëzie te kunnen schrijven. En Ali’s gedichten zijn zo krachtig dat je er graag overheen leest omdat je gewoonweg wilt weten hoe het verder gaat. Het is wel iets om bij de redactie van een volgende bundel extra op te letten.

“Een gedicht moet zwanger zijn van iets” zei Ali mij ooit. De gedichten van Ali zijn allemaal zwanger. Van beelden, gedachten, onrust, schoonheid, weemoed en heimwee. Lees zelf maar. Ze verdienen wat mij betreft veel meer aandacht en een veel bredere verspreiding dan de kleine oplage van zijn bundel mogelijk maakt.

Zeist viert vrede: Vrede van Utrecht 300 jaar, 2013

Over de expositie

In 2013 is het 300 jaar geleden dat de Vrede van Utrecht werd gesloten: een wereldomspannend vredesverdrag. Dit wordt een jaar lang gevierd met een groot internationaal programma vol feest, kunst en cultuur in de regio. Ook Slot Zeist doet mee!

Op 11 april van het jaar 1713 vond in de stad Utrecht een historische gebeurtenis van wereldformaat plaats, namelijk de ondertekening van de Vrede van Utrecht. Na ruim 2 eeuwen aan oorlogen tussen de Europese grootmachten, die plaatsvonden in Europa en zelfs ver daarbuiten, kwam er eindelijk rust en vrede. Tot dit moment werd vrede altijd bepaald door de uitkomst van veldslagen, maar dit was altijd van korte duur. Om een echte langdurige vrede te kunnen krijgen was het van groot belang dat er geen duidelijke verliezers waren. Om dit te realiseren kwamen afgezanten van alle betrokken landen in Utrecht bijeen. Na anderhalf jaar onderhandelen werd hier de Vrede van Utrecht ondertekend. Hier ligt de bakermat van de moderne Europese diplomatie.

Om de Vrede van Utrecht te vieren is in Slot Zeist een bijzondere expositie te zien. Er worden reproducties van historische etsen en schilderijen getoond maar ook van het ondertekende verdrag van de vrede van Utrecht. Daarnaast is werk te zien van 30 kunstenaars uit Zeist en omgeving die zich door deze historische gebeurtenis hebben laten inspireren; dit zijn Ans Arends, Marleen B. Berg, Riejanne Boeschoten, Ada Cathcart-Benting, Afke Dam, Greet van Dijk, Dick Donker, Fiona Drewes, Marly Freij, Elzelien Jansen, Wied en Diederik Heijning, Pascal Hustings, Cisca Jager, Sonia Karimi, Rina van Kilsdonk, Juliette Kleinhans, Jeanette Mennes, Erica Nussbaum, Linda Otterman, Toos van Poppel, Monique Schep, Maarten Schepers, Paula Stok, Peter Vermeulen, Willem van der Vlies, Annemarie Voets, Jeltje Waagenaar, Anneliek van Wijnen en Debby Frigge – Van Zon.

Dichters uit de regio Utrecht hebben zich laten inspireren door de kunstwerken en bij elk kunstwerk een gedicht geschreven. Dit zijn Titia Beukema, Hanneke Verbeek, Geerten van Gelder, Fred Penninga, Peter Schotman, Jaap Schoo, Angela Raanhuis, Lambertha Souman, Kees van Domselaar, Maarten Beemster, Leo Mesman, Huub van Doorn, Charlotte Lehmann, Peter Herdingh, Herman van Tongerloo, Gerard Beentjes, Catharina Boer, Shanna de Ruijter, Laura Reedijk, Juvu de Ruijter, Henjo Hekman, Ali Şerik, Jolanda Oudijk, Jaap Lemereis, Mia Wittop Koning, Marlies Souren, Andre Heijnekamp, Marianne van Asperen en Marja Hanko – van Woudenberg.

Tijdens de opening was Ali Şerik één van de vijf dichters die zijn gedicht mag voordragen voor een publiek van 380 personen.

Foto: Willem van de Vlies

Dit gedicht is geschreven door Ali Şerik naar aanleiding van de foto van Willem van de Vlies

ALLEEN JIJ ZAL MIJ HOREN BLOND MEISJE

Vannacht sluip ik stilletjes jullie huis binnen
steel het gepiep van de trap
Ik kom kijken hoe vredig jij slaapt
zonder aarzelen loop ik naar de slaapkamer van je ouders
om hun gesnurk te stelen
In de badkamer zal ik het druppelen van de kraan ontvreemden
zodat je ouders het geluid van water niet kunnen horen
als ze zich de volgende ochtend gaan wassen
Vannacht kom ik langs
in mijn ene hand een lantaarn
in de andere hand een zak waarin ik geluid kan stoppen
Ik zal alle klanken uit jullie huis stelen
die vastzitten aan het plafond, aan de tafel, op de vloer
Ik zal met de stoelen gaan schuiven
met mijn vuist tegen de ramen bonzen
de deuren dicht slaan
de deksels van de pannen gebruiken als bekkens
Al het geluid dat vrijkomt in het huis zal ik meenemen
Alleen jij zal de volgende ochtend nog alles kunnen horen
je ouders zullen noodgedwongen naar buiten rennen
wat ik achterlaat voor hen is het geschreeuw van de wanhoop
Dan zal ik zeggen:
Zo voelt het als je door oorlog
je huis en haard verlaat
hoe goed en snel je ook inpakt
het geluid van je huis kan je nooit meenemen
Maar je ouders zullen ook mij niet kunnen horen
Dan zullen wij hand in hand naar de Utrecht gaan
om alle geluid in de zak weer vrij te laten

Project van Orkest Wilskracht, “Denkend aan Holland” .2015

Het gedicht van Ali Şerik, opdracht door het Orkest Wilskracht “Denken aan Holland”

Aan de lage landen

In de vroege ochtend zie ik je grijze licht in de tuin
licht dat in de nevel zijn ogen opent
Voor de hemel je loodgrijze wolken
aan de horizon kan ik zien hoe ze
de toppen van de populieren raken

Vanuit het westen komt de wind
die naar het zout van de zee smaakt
naar het vocht op de akkers
Ook in de zomer is je wind waterig, verkoelend
als een slok bier neem ik hem tot mij

Je licht is een belevenis
onder elke boom ligt het anders
soms romig, in zichzelf gesloten, zacht
dan weer grauw, als het door de gordijnen
mijn woonkamer binnen druppelt

Je wind geeft rust als hij waait door het hoge gras
door de bomen in de straat
voortdurend wisselt hij van kracht
Als hij waait over de polder
hoor ik hoe de zee verlangt naar dit land

Je licht is zo sterk dat het langzaam
de kleuren van het landschap onthult
zoals een vrouw zich ergens in de duinen
voor de ogen van een man
bloot geeft

Ali Şerik