Verzamelbundel Doorbloeiend Heimwee

WIJ KREGEN EEN GEIT CADEAU

Wij kregen een geit cadeau
wat moeten wij met een geit dacht ik
een lelijk beest met een sik
om te grazen lieten wij haar in de tuin
eerst at ze het gras op, daarna de schuur, de schutting
waar is het mes, schreeuwde ik
wij moeten dat beest slachten
maak je geen zorgen zei mijn vrouw
het is maar een mager geitje
toen at het beest de voorgevel van het huis
waar is het mes, schreeuwde ik nogmaals
het is tegen de wet, zei mijn vrouw
om een geit te slachten in je huis
het dak van het huis was intussen verdwenen
wij moeten aan de wet gehoorzamen
zei mijn vrouw terwijl ze toekeek
hoe haar garderobe verdween in de bek van het monster
ik werd wanhopig, belde enkele vrienden
ook zij hadden een geit cadeau gekregen
het is ons lot zeiden de stemmen aan de andere kant
mijn hele huis was verdwenen in dat monster
nu loopt dat beest naar mijn auto
laat het beest met rust, zei mijn vrouw
wat hebben wij aan een auto
als wij geen huis meer hebben
toen liep de geit naar mijn vrouw
ze schreeuwde van angst om hulp
op de grond lag alleen nog het mes

Uit: DOORBLOEIEND HEIMWEE. Uitgever: Free Musketeers, 2011

DIE DAG

Een zwarte zangeres op het podium
met haar betoverende stem
buigt nederig voor haar publiek
het publiek, een staande ovatie
Wat een mooie foto zal dit zijn
in het album van de eeuw
maar de fotograaf van de troonzaal
heeft het te druk op het slagveld
met hartverscheurende klaagliederen van moeders
Zodoende zal er geen foto zijn van deze avond
de zangeres zal uiteindelijk sterven, het publiek
voor haar en na haar
Alleen het applaus
ook al zal het lijkbleek zijn
zal men terug kunnen vinden in de verre toekomst
als men deze dag opgraaft tussen de puinhopen

Uit: DOORBLOEIEND HEIMWEE. Uitgever: Free Musketeers, 2011

Verzamelbundel De stem die baart

Bundel is te bestellen bij: Lipari Uitgeverij https://lipari.nl/shop#!/Stem-die-baart/p/125147616/category=0

Alle
bladeren
vallen

Op het strand keek ik naar de horizon.
Ik ben niet de zee, zei de oceaan. Ik ben de woestijn,
die achterblijft als alle schepen zinken.
Oh, wat een droefheid, toen ik hoorde dat alle sterren
vogels waren van het heelal.
Alle vissen zwemmen naar de wolken.

Op een heuvel keek ik over de randen van het bos.
Ik ben niet het bos, zei het woud. Ik ben het water
dat je elke dag drinkt, je handen wast.
Oh, wat een kommer, dat een waterval huilt,
als pluimgras in de storm. Het meer is een berk
die breekt, alle bladeren vallen als neerslag,
onafgebroken vallen de kruimels van twijfel.

Ik stond in de woonkamer, keek naar mijn vrouw.
Kijk niet naar mijn handen, zei ze.
Straks zal je wakker worden,
dan ben ik niet de vrouw waar je zo van houdt.
Ik werd niet wakker. Oh, wat een ondergang,
om te zien hoe ik van deze vrouw hield.
Hoe ze naast mij ligt te huilen, voorovergebogen
over mijn dood.

Uit: De stem die baart Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Een wandeling
wacht

Niet alleen de bomen lijken op dit land,
de bloemen doen dat ook, het gras lijkt op dit land
de dakpannen niet te vergeten.

Vooral het gesprek over kinderen lijkt op dit land
hoe vrouwen gehaast fietsen, mannen mopperen
over politiek. Wat in het bijzonder op dit land lijkt
zijn de warme woonkamers. Door het raam
naar buiten kijken, thuis of in de trein.
Almaar op zoek naar iets nieuws.

Wat eveneens op dit mooie land lijkt
zijn oude mensen die graag door willen gaan,
het moeilijk vinden om te stoppen.
Bang zijn voor een vreemde, ook al komt die
van de andere kant van het land.

Ook de grachten en het water dat golft
in de wind. Maar het meest lijkt dit land op
de duinen waar een wandeling wacht
op een wandelaar.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

In het park

Hou weet ik hou oud de boom in het park is
ik blijf nu veel langer onder hem staan
om naar zijn kruin te staren, in het begin
was zijn schaduw voldoende voor mij alleen
nu kunnen al mijn vrienden eronder.

De vrouwen die komen om uit te rusten
worden elke dag mooier
ik kijk toe hoe de omgeving verandert in een woonwijk,
in steen en nog meer steen.

Hoe de evolutie alles voor mijn ogen
verandert in toekomst
mensen komen, mensen gaan
met nieuwe woorden voor eeuwigheid.

Ik luister naar de adviezen van mijn kinderen
word niet meer woedend als ergens een oorlog uitbreekt
of iemand ten onrechte wordt veroordeeld
ik ben dan alleen maar verdrietig.

Hoe ik weet dat de boom oud is
dat zie ik aan de voeten en handen van mijn geliefde
ze zijn niet meer zo sterk
maar krachtig in het troosten van een oude man.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Goodbye

Nu is het zo ver. De slaapzak is ingepakt,
de tassen staan klaar, de hond heeft een slecht
voorgevoel. Voor het laatst een omarming,
een kus op de wang. De fiets volgepakt als een muilezel,
de route uitgestippeld naar het onbekende.
Raadsmannen om raad gevraagd, de goot
van het dak schoongemaakt, hout gehakt
voor de hele winter, iedereen gebeld
die iets voor je betekende. De kamer opgeruimd,
klaar voor verhuur, medicijnen geteld,
de kaart voor de laatste keer dubbelgevouwen.
Twijfelachtige belofte gedaan dat je met zekerheid
terugkomt. Daar ga je dan, je ziet de contouren
van je vertrouwde stad, rookwolken uit schoorstenen
naar de hemel stijgen. Wolken en de hemel die uiteindelijk
de mens zullen overleven. Nu kan je nog aan alles denken,
wat je achterlaat en wat je meeneemt, alles tot nu toe.
Straks als je hongerig en koud bent, geen herberg vindt
om te overnachten, ergens verzwakt in een bos
overnacht in je tent, helemaal alleen, dan zal je wereld
eindelijk klein worden, daar zal alles je loslaten
wat je gevangen had genomen. Je zult jezelf terugvinden.
Wie weet om te sterven, op de juiste manier.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Kleine vrouwen

Ze lijken op kleine appels die hangen
aan hun takken. Kleine vrouwen hebben kleine tranen
maar hun tranen zijn diep. Kleine vrouwen
hebben kleine handen, kleine voeten
die alle last moeten verplaatsen.
Maar hun benen zijn sterk
om hun bezopen mannen naar huis te dragen.
Je weet nooit wanneer kleine vrouwen komen,
wanneer ze vertrekken uit de schoot van het leven.

Ik geef om kleine vrouwen, omdat ze sneller
bang zijn in het donker. Kleine vrouwen
zijn als vlinders, hun haren de zeewind, hun stem
de waterdruppels op de beek. Kleine vrouwen
zijn de paar zinnen van een kort gebed.
Dat je uitspreekt op het mooiste moment.

Ik geef om kleine vrouwen, als ik zie
hoe ze grote vrouwen troosten, hoe ze kinderen baren
die mettertijd als bomen om hen heen staan.
Hoe ze van een huis een nest maken.
Ik geef om kleine vrouwen
als ik zie hoe bedroefd ze kunnen zijn. Hoe verslagen,
hoe in elkaar gezakt, hoe vernederd, hoe teleurgesteld
ze kunnen worden. Hoe ze elke dag opnieuw opstaan,
elke dag sterker, ik hou van ze.

Uit: DE STEM DIE BAART Uitgegeven door Uitgeverij Lipari Utrecht 2018

Verzamelbundel Hartslagen van de mus

ALLEEN JIJ ZAL MIJ HOREN BLOND MEISJE

Vannacht sluip ik stilletjes jullie huis binnen
steel het gepiep van de trap
Ik kom kijken hoe vredig jij slaapt
zonder aarzelen loop ik naar de slaapkamer van je ouders
om hun gesnurk te stelen
In de badkamer zal ik het druppelen van de kraan ontvreemden
zodat je ouders het geluid van water niet kunnen horen
als ze zich de volgende ochtend gaan wassen
Vannacht kom ik langs
in mijn ene hand een lantaarn
in de andere hand een zak waarin ik geluid kan stoppen
Ik zal alle klanken uit jullie huis stelen
die vastzitten aan het plafond, aan de tafel, op de vloer
Ik zal met de stoelen gaan schuiven
met mijn vuist tegen de ramen bonzen
de deuren dicht slaan
de deksels van de pannen gebruiken als bekkens
Al het geluid dat vrijkomt in het huis zal ik meenemen
Alleen jij zal de volgende ochtend nog alles kunnen horen
je ouders zullen noodgedwongen naar buiten rennen
wat ik achterlaat voor hen is het geschreeuw van de wanhoop
Dan zal ik zeggen:
Zo voelt het als je door oorlog
je huis en haard verlaat
hoe goed en snel je ook inpakt
het geluid van je huis kan je nooit meenemen
Maar je ouders zullen ook mij niet kunnen horen
Dan zullen wij hand in hand naar de vrede gaan
om alle geluid weer vrij te laten

Uit: HARTSLAGEN VAN EEN MUS. Uitgever: Free Musketeers, 2015

EEN LICHTBAL IN DE TUNNEL

De geschiedenis is geen vis die uit een net ontsnapt
of een doodvonnis op maandagmorgen
De geschiedenis heeft geen tentakels of voelsprieten
bouwt niet op versleten hersens, gebroken lansen
is geen eer naar het hiernamaals
of een roep in een kerker, geen naam in de ruimte
met de gedachte dat er ergens toch iets is
Ze volgt niet het spoor van een kever naar zijn nest
plukt geen vrucht uit zijn boom
Ze is geen sneeuwvlokje
dat een lawine veroorzaakt in de bergen
waar een koningszoon sterft
of een versteend bot dat in een donkere kelder
van een museum wacht op spieren en huid
De geschiedenis is ook geen bombardement
op het verleden, noch rechtvaardigt zij iets
Heeft niet eens een mond of een tong
geen bewustzijn, haar ogen zijn blind
zal ook niet sterven want niemand
zal voor haar een graf graven
Loopt niet weg, is geen invasie
slingert niet over bruggen en pleegt geen overspel
De geschiedenis liquideert helden niet
confirmeert niets en zal geen vijand elimineren
is geen recessie op de beurs
De geschiedenis kent geen perspectief of lotgevallen
ze gooit alleen een lichtbal in de tunnel van de toekomst

Uit: HARTSLAGEN VAN EEN MUS. Uitgever: Free Musketeers, 2015

DE NAAM VAN DE ASIELZOEKER

Hij pakte een stuk karton
begon erop te tekenen met een viltstift
Eerst verschenen kleine bergen die op heuvels leken
een zon, je kon niet zien of hij onderging of opkwam
Toen verscheen een rivier aan de linkerzijde
als een slinger kwam zij van de bergen naar beneden
Aan de rechterkant tekende hij huizen
huizen met platte daken
met veel te grote deuren en ramen
zulke vredige dorpen heb ik veel gezien
Hij tekende kinderen, wel twintig kleine poppen
schapen als wandelende wolken
Ik zag een tedere glimlach op zijn lippen
mijn dorp, zei hij met trots
Hij keek er enkele minuten naar
sloot zijn ogen
Toen hij ze opende, opende verdriet haar venster
Helikopters cirkelden boven de horizon
huizen begonnen te branden
pantservoertuigen staken de rivier over
Hij tekende soldaten
ze leken op zwarte kogels met armen en voeten
Na vijftien minuten was de koffiepauze om
wij moesten aan het werk
Zo gaat het nu eenmaal in een fabriek
de tekening belandde in de kartonbak
Acht maanden heb ik met hem gewerkt, elf jaar geleden
Wat was ook alweer de naam van die jongeman
een man die nog te jong was om volwassen te worden

Uit: HARTSLAGEN VAN EEN MUS. Uitgever: Free Musketeers, 2015

Gundermanns Lieder in Europa. 2018

Vertaling van een gedicht van Gerhard Gundermann door Danyal Nacarlı & Ali Şerik naar het Turks

Ciğer Parem

öyle üzüntülü olma ciğer parem
bugün de
verdiği sözü yine tutmadığı için
öyle üzüntülü olma ciğer parem
ömrümüz kum gibi
parmaklarımızın arasından aktığı için

tanrı çoktan zil zurna
saat on ikiye beş var
artık aldırış etmiyorum
yelkovan yürüdükçe
çarklar işledikçe
her şey mümkün

öyle üzüntülü olma ciğer parem
ömrümüz kum gibi
parmaklarımızın arasından kaydığı için
öyle üzüntülü olma ciğer parem
bizden bir iz kalmasa geriye
yarışıyoruz saate karşı

soluklanmadan koşuşturmaktayız
zıkkımlanabilmek için
korkaklar gibi labirente sıkışan
hâlâ dans edecek keyfimiz kaldıysa
hâlâ gerçekse gözyaşlarımız
her şey açık
her şey mümkün

öyle üzüntülü olma ciğer parem
bugün de
verdiği sözü
yine tutmadığı için
öyle üzüntülü olma ciğer parem
bizden bir iz kalmasa da
gel saate kıyalım

Türkçeye çeviren: DANYAL NACARLI & ALİ ŞERİK

Het Vriendenboek voor Geerten van Gelder. 2020

Twee gedichten van Ali Şerik die opgenomen zijn in de bundel

De dichter gaat

Daar gaat een dichter, de strandjutter van de woorden
de zwerver van het rijm, een verslaafde van ritme.
Een man die in de branding staat,
bereid is om de zee in te lopen.
Wat neemt een dichter mee
naast zijn hartslag, zijn bloedomloop?
Zijn goocheldoos waarin hij tientallen letters stopt
en strofen uit haalt, zijn liefde voor liefde.
De woorden die hij nog niet heeft gebruik,
de rust in zijn hart.

Daar gaat een fotograaf
een gezant die aan het papier het allekleinste moment
toevertrouwt. Hij is zo gul dat hij niets
voor zichtzelf houdt.
Hij vangt de wonderen van de wereld
anders waren wij het mis gelopen.

Daar gaat de muzikant
welke noten laat hij als slingers
in de woning die je verlaat achter.
Welke zuiverheid van klank
is even diep als een druppel water.
Wat neemt een muzikant mee.
Het universum dat ons bindt zonder woorden,
de diepe stilte tussen twee klanken
waarin wij de ademhaling van het instrument horen.

De plek wat gevuld moet worden is zo sterk
dat die het afscheid voorbereidt.

Als je gaat

Daar ga je dan, je koffer ingepakt, je schulden
betaald, zelfs de goede doelen zijn niet vergeten.
De bedelaar om de hoek heeft zijn laatste fooi gehad.
De laatste wijn gedronken met je echte vrienden.

In je koffer niet de grijze lucht van de bedekte hemel,
de deksel niet met veel kracht dicht moeten doen
omdat een regenwolk er niet in paste.
Gelukkig geen ruimte in je bagage voor het dagelijkse
gemopper van mensen die alles beter weten.

In je tas geen windmolens of dijken die doorbreken.
Misschien een snuifje heimwee, een tikje van
de glimlach van je dierbaren.
Misschien de geur van de eerste ochtendkoffie,
de geur van je lakens, het uitzicht op de stad.

Diep in je hart, in een hoek verstopt
waar niemand bij kan, de herinneringen van jaren.
Het gevoel dat je hart vol zit, er niets meer
bij kan, kun je achter laten.
Elk vertrek is een wind die langs je ziel waait,
op de golf van de wind
een boot midden op de oceaan.

Gedicht van Ali Şerik is opgenomen in de verzamenbundel van Vereniging Taalpodium. 2019

ALS TWEE OUDE
MENSEN
VEREENZAMEN

Nu mijn vrouw tweeëntachtig is, is ze niet
meer zo lenig. Wij blijven dagen thuis,
boodschappen worden bezorgd. Afstanden
worden groter. Ze vraagt of ik haar
teennagels wil knippen, ik ga op mijn knieën
knip haar nagels. Als ik klaar ben, kus ik haar
voeten. Na vijftig jaar nog steeds verliefd.

Omdat ze niet meer zo lenig is,
scheer ik ook haar okselhaar.
Heel voorzichtig moet ik het doen
ook ik ben niet meer zo lenig,
mijn handen trillen, neem tussendoor pauzes.
Mijn vrouw ruikt nog steeds heerlijk,
als ik klaar ben, kus ik haar oksel.

Nu mijn vrouw tweeëntachtig is, Is ze niet
meer zo lenig. Wij blijven dagen thuis,
boodschappen worden bezorgd. Afstanden
worden groter. Ze is nog steeds zeer gesteld
op haar hygiëne dus scheer ik elke maand
haar schaamhaar. Ze gaat op een stoel zitten,
leunt achterover, voeten uit elkaar, ik tussen
haar benen. Ik ga rustig te werk, mijn handen
trillen niet van opwinding, ook ik ben niet
de jongste. Terwijl ik aan het werk ben, rookt zij
nog een sigaret. Laat voorzichtig het scheermesje
glijden, diep in de hoek van haar ogen zie ik
het genot. Daarom sla ik het kussen over.

Project De regenboog, Naar aanleiding van interviews zijn gedichten geschreven. 1999

In een periode van bijna één jaar interviewde Ali Şerik 78 mensen van 19 verschillende nationaliteiten. Een aantal van de interviews werd omgezet in gedichten. 

Een gedicht uit de bundel

Twee werelden in een plastic tas

Snel meid, schooltijd,
doe je hoofddoek om,
trek je lange jas aan,
pak de plastic tas,
waar is je schooltas,
je etui met je lippenstift,
snel, de trein vertrekt,
kijk niet te veel naar hoe je loopt,
instappen,
net op tijd,
nu naar de wc,
deze is bezet,
snel naar een andere,
de tijd dringt,
er in,
hoofddoek af,
jas uit,
plastic tas open,
waar is je lippenstift,
je mascara,
shit,
snel je trui in je broek,
buik inhouden,
je borsten vooruit,
uitstappen,
en naar school,
tot vanavond.

Project Kleuren uit 2000 naar aanleiding van foto’s zijn gedichten geschreven. 2001

Foto’s: Gülağa Kazankaya.

Een gedicht uit de bundel

Vrijheid

Vrijheid heeft geen recept,
zo nodig kun je het veroveren,
soms gaat het gepaard met geweld,
en nooit met een eenvoudige glimlach.

Vrijheid kun je niet bezitten,
je kunt het wel verder geven,
greep heb je er niet op,
toch is het te voelen als liefde.

Vrijheid is soms een mank paard,
in sommige landen strafbare lectuur, of,
zingen in je eigen verboden taal in een donkere cel,
vrijheid is het territorium van het grote gevoel.

Vrijheid is in het bos lopen in bikini,
zonnebaden in je dagelijkse kleren,
de schreeuw van de sterren in je stem horen,
vechten voor je cultuur en die van je voorgeslacht omverwerpen.

Gedicht van Ali Şerik is opgenomen in de verzamenbundel van Vereniging Taalpodium. 2005

DIE DAG

een zwarte zangeres op het podium
met haar stem
buigt nederig voor haar publiek
het publiek, buigt terug
een staande ovatie

wat een mooie foto zal dit zijn
in het album van de eeuw

maar de fotograaf
heeft het te druk op het slagveld
met klaagliederen van moeders

zodoende zal er geen foto zijn van deze avond
de zangeres zal uiteindelijk sterven
het publiek
voor haar en na haar
haar volgen

alleen het applaus
zal men terug kunnen vinden in de verre toekomst
als men deze dag opgraaft