Waar we heen gaan, vraagt het universum

Verzamelbundel Taal Podium Utrecht / Zeist 2021

Een onschuldige wandeling

Op het strand ligt een zeeschildpad,
ooit in staat de stromen van de oceanen te tarten,
de haaien te ontwijken.
Alle dagen het oppervlak
van het blauwe water te bereiken
om adem te halen.
Elk jaar terug te keren naar haar vasteland.

Op deze Noordelijke kust hoort ze niet thuis.
Dit strand,
dit zand is te koud voor haar eieren.
Hier ligt ze,
haar dromen lopen nog door de branding.
Verstrikt in een miezerige stuk vistuig
dat rondzwerft in de gigantische oceaan.

Nu aangespoeld bij deze zonsondergang,
op deze plaats waar ze niet hoort.
Het geweldige reptiel ligt op haar rug te rotten,
een paar grote mantelmeeuwen
pikken naar het laatste stuk vlees in het schild.

De zee slaat schuim met haar golven
of ze de wangen van het vasteland wil inzepen.
Tijdens de wandeling voortgestuwd door wind en zand,
kom ik de resten van een Noordse stormvogel tegen.
De laatste veren bewegen hulpeloos
stuk plastic steekt uit haar maag.